Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Economie
VMBO T3
paragraaf: 7.3
Jongeren aan het werk
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
In deze les leer je meer over een arbeidsovereenkomst, over wat daarin moet en mag staan.
Je leert rekenen met vakantiegeld.
Slide 2 - Diapositive
Inhoud
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe leerstof
Oefenen met de leerstof
Zelfstandig werken
Slide 3 - Diapositive
De vier productiefactoren zijn ...
timer
1:00
Slide 4 - Question ouverte
Een bedrijf met veel machines is ...
A
arbeidsintensief.
B
kapitaalintensief.
Slide 5 - Quiz
Het schilderen van een huis is ...
A
kapitaalintensief.
B
arbeidsintensief.
Slide 6 - Quiz
Wie zorgt dat een eindproduct in de winkel komt te liggen?
A
Groothandel
B
Detailhandel
Slide 7 - Quiz
Wat is een ander woord voor detailhandel?
A
Fabriek
B
Winkel
C
Consument
D
Bedrijf
Slide 8 - Quiz
Hier zie je een schema over toegevoegde waarde. Leg in eigen woorden uit wat er met 'toegevoegde waarde' wordt bedoeld.
Slide 9 - Question ouverte
Hoort de consument bij een bedrijfskolom?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Waarom hoort de consument niet bij de bedrijfskolom?
Slide 11 - Question ouverte
Theorie
Slide 12 - Diapositive
Een individuele arbeidsovereenkomst:
wordt afgesloten door een werkgever en een werknemer;
gaat over de rechten en plichten van de werknemer en de werkgever (de arbeidsvoorwaarden).
De arbeidsvoorwaarden moeten voldoen aan de wet.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Twee soorten arbeidsovereenkomsten:
de vaste arbeidsovereenkomst (zonder einddatum);
de tijdelijke arbeidsovereenkomst (met einddatum).
Flexwerkers hebben een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Slide 15 - Diapositive
De arbeidsovereenkomst kan eindigen:
in de proefperiode;
als ouders van kinderen tot 16 jaar binnen vier weken bezwaar maken;
op de afgesproken einddatum (bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst);
na een opzegtermijn (bij een vaste arbeidsovereenkomst).
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Er zijn wettelijke regels over, onder andere:
het loon dat minimaal betaald moet worden (Wet op het minimumloon);
de tijd die maximaal gewerkt mag worden (Arbeidstijdenwet);
de arbeidsomstandigheden (Arbeidsomstandighedenwet);
werken met een tijdelijke arbeidsovereenkomst (Wet werk en zekerheid).
Slide 18 - Diapositive
Vakantiegeld
Een werknemer heeft recht op 8% vakantiegeld (over het jaarsalaris).
Slide 19 - Diapositive
Sem verdient € 4500 per maand. Vakantiegeld is 8% van het jaarsalaris. Hoeveel euro krijgt hij?
Slide 20 - Question ouverte
Begeleid oefenen
Slide 21 - Diapositive
Noem drie zaken die je in de arbeidsovereenkomst van Marieke ziet staan.
Slide 22 - Question ouverte
Wat mis je nog in deze arbeidsovereenkomst?
Slide 23 - Question ouverte
Marieke (15) sluit de arbeidsovereenkomst af en gaat €484,43 per maand verdienen. In de wet staat dat werknemers minstens het minimumloon moeten krijgen. Voldoet Mariekes loon aan de wet? Leg je antwoord uit.