herhaling evolutie

Herhaling Thema 4: Evolutie
een aantal begrippen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Thema 4: Evolutie
een aantal begrippen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij van 'evolutie'?

Slide 2 - Carte mentale

Koppeling van Biologie voor jou
Vanuit thema Erfelijkheid: Door mutatie naar evolutie

Begrippen evt. ter aanvulling:
- Erfelijkheid
- Natuurlijke selectie
- Genetische variatie
- Soortvorming
- Biodiversiteit
- Isolatie

Allelfrequentie

Endosymbiosetheorie
Fitness
gene flow
genetische variatie
genenpool
genetic drift
Hardy-Weinberg
macro-evolutie
micro-evolutie








natuurlijke selectie

neodarwinistische evolutietheorie
Populatie
Recombinatie
reproductieve isolatie
seksuele selctie
Selectie(druk)
survival of the fittest





Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindtermen
P4 SOORTVORMING (SUBDOMEIN F2)

De kandidaat kan met behulp van de concepten populatie, variatie, selectie en soortvorming ten minste
in contexten op het gebied van gezondheid en wereldbeeld verklaren op welke wijze nieuwe soorten
kunnen ontstaan.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindtermen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindtermen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindtermen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindtermen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij het opnemen van zuurstofverwerkende bacteriën werd een nieuwe omzetting mogelijk.

Welke omzetting van stoffen werd mogelijk door het opnemen van zuurstofverwerkende bacteriën?
A
van anorganisch naar organisch
B
van organisch en anorganisch naar organisch
C
van organisch naar anorganisch
D
van organisch naar organisch

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt er energie gebruikt voor bacterieseks?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

standaard evolutievraag!
  1. door mutatie zijn niet-vliegende individuen ontstaan / alsgevolg van genetische variatie waren er ook niet-vliegende vogels
  2. voor het aangeven dat er geen (natuurlijke) selectie was op het kunnen vliegen / dat niet-vliegen een selectievoordeel biedt
  3. met als reden dat er geen op de grond levende predators
    voorkwamen / dat niet-vliegen minder energie vergt / met als gevolg dat ze meer nakomelingen kunnen grootbrengen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede volgorde
van evolutie?
A
Survival of the fittest, natuurlijke selectie, genetische variatie, overerving goede eigenschappen
B
Genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
C
Natuurlijke selectie, genetische variatie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
D
Genetische variatie, survival of the fittest, natuurlijke selectie, overerving goede eigenschappen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Homologe ontwikkeling in de evolutie
Voorbeelden van overeenkomstige structuren bij organismen zijn:
    1    de vleugels van nachtegalen en sprinkhanen
    2    de voorpoten van vleermuizen en walvissen    
    3    het hart van kevers en hagedissen
    4    het skelet van krabben en schildpadden

Welke van de deze structuren zijn homoloog?

A
structuur 1
B
structuur 2
C
structuur 3
D
structuur 4

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwantschap
De regel:
Nauw aan elkaar verwant als soorten kort geleden een gemeenschappelijke voorouder hadden

Dus .... kat is nauwer verwant aan hond/paard?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Leg aan de hand van de stamboom in de afbeelding  uit of de aanpassing aan het leven in het water bij zoogdieren een keer of meerdere keren is ontstaan.

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aannames van Hardy-Weinberg

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Hardy-Weinberg 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een populatie de allelfrequentie voor linkshandig a=0,4 en A=0,6 voor rechtshandig, hoeveel % van de populatie is rechtshandig?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Genetic drift

Wanneer zal micro-evolutie plaatsvinden?

A
als de populatie erg klein is
B
als er geen sterke neiging is tot voorkeur bij de paring
C
als er mutaties optreden
D
als het milieu niet varieert

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions