Woordenschat - uitdrukkingen met geld

Woordenschat - h3
Opdracht 3 
Uitdrukkingen met geld
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenschat - h3
Opdracht 3 
Uitdrukkingen met geld

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand is heel rijk...
Vul aan:
Hij verdient ... als ... .

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand geeft zijn geld makkelijk uit
Vul aan:
Hij laat zijn geld ... .

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat is ... verdiend geld.
A
zuur
B
krom
C
kwaad
D
gelukkig

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld dat stom is, maakt recht wat ... is.
A
zuur
B
krom
C
kwaad
D
gelukkig

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed geld naar ... geld gooien.
A
zuur
B
krom
C
kwaad
D
gelukkig

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld (alleen) maakt niet ... .
A
zuur
B
krom
C
kwaad
D
gelukkig

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is meer in het leven dan rijkdom.
Geld in een hopeloze zaak steken.
Geld (alleen) maakt niet gelukkig.
Goed geld naar kwaad geld gooien

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor dat geld is hard gewerkt.
Met geld kun je strafbare handelingen verdoezelen.
Dat is zuur verdiend geld. 
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is. 

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag uit de taalkalender
'Sinds wanneer vliegt die maatschappij rechtstreeks op Gdansk?'

Is op hier wel goed, of moet het naar zijn? 

Slide 10 - Diapositive

Vliegen op is een vaste combinatie. Het betekent dat er een vaste lijnverbinding is naar die plaats. 

Vliegen naar is specifieker en gaat over een bepaalde vlucht op een bepaald moment. 
Beide uitspraken zijn juist, maar er is wel een betekenisverschil.