Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling woordenschat H3 en H4 - hv2
Woordenschat H3 en H4
Herhaling moeilijke woorden/uitdrukkingen
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat H3 en H4
Herhaling moeilijke woorden/uitdrukkingen
Slide 1 - Diapositive
Doelen:
Je kent de betekenissen van de woorden en uitdrukkingen uit woordenschat h3 en h4
Slide 2 - Diapositive
gespekt –
A
voorzien van spek
B
je wist het van te voren
C
je hebt alles al gezien
D
voorzien van geld
Slide 3 - Quiz
ontleend aan –
A
overgenomen van
B
gehuurd van
C
geleend van
D
gegeven aan
Slide 4 - Quiz
uitgeloofd –
A
uitgemaakt, geblust
B
aangeboden, uitgereikt
C
uitgegeven, afgegeven
D
beloofd, toegezegd
Slide 5 - Quiz
etymologie
A
aangeboden; uitgereikt
B
slogan; leus
C
oorsprong en geschiedenis van woorden
D
de eerste stap zetten
Slide 6 - Quiz
uit hoofde van –
A
door, wegens
B
met, mede
C
uit, uiterst
D
voor, voornemens
Slide 7 - Quiz
Goed geld naar kwaad geld gooien.
Slide 8 - Carte mentale
Geld naar kwaad geld gooien=
Geld in een hopeloze zaak steken
Slide 9 - Diapositive
Goed in de slappe was zitten =
Slide 10 - Question ouverte
Geen rooie cent hebben =
Slide 11 - Question ouverte
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is =
A
Alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan
B
Geld in een hopeloze zaak steken
C
– Met geld kun je strafbare handelingen verdoezelen
D
Er is meer in het leven dan rijkdom
Slide 12 - Quiz
Eieren voor je geld kiezen =
A
De prijs van een product zegt vaak iets over de kwaliteit
B
geen geld hebben om uit te geven
C
Voor dat geld is hard gewerkt
D
Met minder genoegen nemen dan je eigenlijk wilde
Slide 13 - Quiz
Tijd is geld
Slide 14 - Carte mentale
– Tijd is geld
– Als je tijd verprutst, verspil je ook geld.
Slide 15 - Diapositive
hebben
praten
lopen
geven
Zijn schaapjes op het droge
in de soep
je mond voorbij
je ogen goed de kost
Slide 16 - Question de remorquage
initiatief nemen
A
de eerste stap zetten
B
inzetten
C
wensen
D
inschakelen
Slide 17 - Quiz
Wat vond je van deze les ?
A
duidelijk, ik snap het
B
duidelijk, maar ik heb meer oefening nodig
C
te makkelijk voor mij
D
ik begrijp er niet veel van
Slide 18 - Quiz
Woordenschat H4
Slide 19 - Diapositive
potentiele
A
alleenrecht
B
mogelijke
C
mode
D
officiële
Slide 20 - Quiz
formele
A
officiële, plechtige
B
figuur
C
een teken zijn van
D
op de markt brengen
Slide 21 - Quiz
onderscheid
A
succes hebben
B
beeldmerk
C
goed passen
D
verschil
Slide 22 - Quiz
logo
A
trend
B
beeldmerk; beeld en/of tekst waaraan je een merk, bedrijf enz. herkent
C
goed passen
D
iets wat veel voordeel oplevert
Slide 23 - Quiz
monopolie
A
iets wat veel voordeel oplevert
B
mogelijke
C
alleenrecht
D
officiële, plechtige
Slide 24 - Quiz
Vul de volgende uitdrukking aan:
Hij bekeek me van top tot ...
Slide 25 - Question ouverte
Vul de volgende uitdrukking aan:
De jongen zei boe noch ...
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Question ouverte
Vul de volgende uitdrukking aan:
Dat heb je dubbel en ... verdiend!
Slide 29 - Question ouverte
Vul de volgende uitdrukking aan:
Ze staat je met raad en ... bij.
Slide 30 - Question ouverte
Vul de volgende uitdrukking aan:
Hij vertelde het verhaal in geuren en ...
Slide 31 - Question ouverte
Wat betekent de volgende uitdrukking?
bezoek en vis blijven drie dagen fris
Slide 32 - Question ouverte
Wat betekent de volgende uitdrukking?
Wie goed doet, goed ontmoet.
Slide 33 - Question ouverte
Wat betekent de volgende uitdrukking?
Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
Slide 34 - Question ouverte
Wat betekent de volgende uitdrukking?
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel
Slide 35 - Question ouverte
Wat betekent de volgende uitdrukking?
Haastige spoed is zelden goed
Slide 36 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
*Woordenschat H3, havo 2
Février 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 17 - Woordenschat H3- Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Novembre 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Les 6 - Woordenschat H3
Février 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Huiswerk Woordenschat H3 - havo 2
Mars 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
eerste les woordenschat hfd 3 klas 2 havo
Janvier 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordenschat - uitdrukkingen met geld
Février 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Havo2 - week 15 - woordenschat H3
Avril 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordenschat H3 en H4 B2e
Avril 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2