Bedrijvende en lijdende vorm

Nederlands
H3a
haa
21 mei
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
H3a
haa
21 mei

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin en kan ik herkennen of een zin bedrijvend is of lijdend is.


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 4 - Diapositive

Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

  • De hond is het onderwerp
  • De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
  • Lijdend of passief

Slide 5 - Diapositive

Bedrijvend of lijdend?
  1. Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
  2. Zoek het onderwerp in de zin.
  3. Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
  4. Ja --> Bedrijvend
  5. Nee --> Lijdend

Slide 6 - Diapositive

Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert van Douwe Bob gekocht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 7 - Quiz

Die cd is door mijn broer helemaal grijs gedraaid.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 8 - Quiz

De vuilnis wordt iedere woensdag voor 9.00 opgehaald.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 9 - Quiz

De hond en Jara worden door de harde wind van de weg geblazen.
Is deze zin bedrijvend of lijdend?

Slide 10 - Question ouverte

Heel lang geleden poetsten de mensen hun tanden niet.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 11 - Quiz

Met een stokje werd het poeder over het gebit verdeeld.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 12 - Quiz

Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 13 - Quiz

Nu stimuleert zelfs de overheid het tandenpoetsen, zodat
in gebitten geen gaatjes ontstaan.
A
Bedrijvend, Bedrijvend
B
Lijdend, Lijdend
C
Bedrijvend, Lijdend
D
Lijdend, Bedrijvend

Slide 14 - Quiz

Ik kan een lijdende of een bedrijvende zin herkennen.
A
Ja
B
Nee, ik zou graag nog extra uitleg willen

Slide 15 - Quiz

Ik kan een lijdende of een bedrijvende zin veranderen van vorm.
A
Ja
B
Nee, ik zou graag nog extra uitleg willen.

Slide 16 - Quiz


Begrijp je het --> Zelfstandig aan het werk
Begrijp je het nog niet --> Extra instructie
              maken...
opdracht 1 t/m...... volg de leerroute..
 

Slide 17 - Diapositive