1.5 woorden

WOORDEN 1.5
In deze les gaan we de woordenschat verder uitbreiden.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WOORDEN 1.5
In deze les gaan we de woordenschat verder uitbreiden.

Slide 1 - Diapositive

Als je binnenkomt:
1.Je gaat op je plek zitten.
2.Je legt je spullen voor de les klaar.
3.Je legt je iPad op de hoek van je tafel.
4.Je telefoon is in je tas.
5.Je kletst met je buur/buuf tot de les begint.
6.Kijk om je heen, zit er niemand alleen?

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
10 minuten: even lekker voorlezen
5 minuten: Wat kun je doen als je een woord tegenkomt dat je niet kent?
5 minuten: Quiz
20 minuten: Je gaat aan de slag met de opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Even lekker voorlezen....

Slide 4 - Diapositive

Wat kun je doen
als je een woord
tegenkomt in een tekst
dat je niet kent?

Slide 5 - Carte mentale

Je gebruikt in ieder geval de volgende  manieren:

- uit de context van de zin of de tekst snap je wat er met het woord wordt bedoeld
- soms staat het woord uitgelegd verderop in de tekst
- je zoekt het op in een woordenboek
- je vraagt iemand anders of hij/zij weet wat het betekent

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent aanleg hebben voor?
A
Dat je goed puzzels kunt leggen.
B
Waar je het meeste van houdt.
C
Talent hebben voor.
D
De kracht die nodig is.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de concurrent?
A
zonder andere mensen, in je eentje
B
iemand die hetzelfde wil bereiken als jij
C
met gevoel voor andere mensen.
D
ergens opvallend goed in zijn.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent bescheiden?
A
als je je klein of onbelangrijk maakt of voelt.
B
verder zijn dan de ander.
C
dat je heel fanatiek bent.
D
er zin in hebben en het belangrijk vinden.

Slide 9 - Quiz

Denk je dat je s.o van vrijdag gaat lukken of heb je nog iets nodig?

Slide 10 - Question ouverte

Aan het werk:
1.5 Woorden
opdracht 18 en 19.
Je maakt test jezelf 1.5
Je oefent de woorden in quizlet
Samenwerken mag,
maar hoeft niet.
Je mag muziek op.
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive