3.4 Kookpunt en smeltpunt

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Schrijf drie dingen op die je hebt geleerd tijdens deze les.

Schrijf twee dingen op je waarover je meer wilt weten.

Huiswerk check

Herhaling 3.3

Leerdoelen 3.4

Uitleg 3.4

Samen oefenen met LessonUp 

Zelfstandig werken

Huiswerk Opschrijven

Afsluiten

H3.4 Kookpunt en smeltpunt

Vorige keer

1. Smelten
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Stollen (Bevriezen)

Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt

1. Smelten
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Stollen (Bevriezen)

Water verandert in ijs:

IJs verandert in water:

Waterdamp verandert in druppels:

water verandert in damp:

Condenseren

Bevriezen

Smelten

Verdampen

Stollen

Smelten

Vervluchtigen

Rijpen

Welke pijl hoort bij de fase-overgang vervluchtigen?

1. 1
2. 2
3. 5
4. 6

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
• Je kunt uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
• Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen

Kookpunt

• Temperatuur waarbij een stof gaat verdampen
•  Voor water: 100 °C 
• Stofeigenschap

Smeltpunt/vriespunt

• Temperatuur waarbij water smelt/bevriest.
• Vriespunt water = 0  °C
• Stofeigenschap

Wat is het kookpunt van water?

1. 0 °C
2. 10 °C
3. 100 °C
4. 1000 °C

Bij welke temperatuur ligt het vriespunt van water?

1. 0 °C
2. 10 °C
3. 100 °C
4. 1000 °C

Waar of niet waar?
"Het kookpunt ligt voor alle stoffen bij dezelfde temperatuur."

1. Waar
2. Niet waar

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
• Je kunt uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
• Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen

Maak de opdrachten 1 t/m 15 van 3.4

Klaar? Maak testjezelf van 3.4

Zelfstandig aan het werk

Huiswerk!

Maken en lezen paragraaf 4

Opdracht 1 t/m 13! Bladzijde 116 t/m 120

Klaar? 
maak 14 t/m 17, bladzijde 121 t/m 124. 

HUISWERK!!

Opdracht 1 t/m 13! Bladzijde 116 t/m 120