les 4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2      Winst en verslaggeving

Paragraaf 4 Jaarrekening

Telefoons in de telefoontas, kauwgom in de prullebak

Boeken en schrift open op tafel

ik loop langs om het huiswerk te controleren

• 
  
• ik bespreek kort paragraaf 2.4
• je kijkt zelfstandig je gemaakte werk na (zorg dat je van je fouten leert)
• zelfstandig werken aan de opdrachten van paragraaf 2.4
• we sluiten de les af met een aantal controle vragen

Deze les

2.4 Jaarrekening

Balans, Winst- en verliesrekening en een toelichting op beiden

 

Balans is een overzicht van alle bezittingen en schulden en het eigen vermogen (wat de eigenaar in het bedrijf heeft gestopt).

                                  debet                                                      credit

Balans

Een balans is een 

momentopname

Winst- en verliesrekening

n.jj

het winstsaldo is een sluitpost om evenwicht te krijgen

zijn de kosten hoger dan de omzet dan is er een verlies

Veranderingen op de balans

• bij inkoop
• bij verkoop
• bij betalingen
• bij ontvangsten
• bij privé-opnamen en privé-stortingen

Huiswerk volgende les 

Doornemen 

     paragraaf 2.4 (vanaf blz 78)

Maken 

     opdracht 2.16 t/m 2.19

1) Wat is een balans?

1. Een overzicht van wat er is verkocht en ingekocht
2. Een overzicht van bezittingen en schulden

2) de linkerkant van de balans heet de .........zijde van de balans

1. debet
2. credit

3) Wat is geen kort vreemd vermogen?

1. Aflossing langlopende schuld binnen 1 jaar
2. Het rekening-courantkrediet
3. Het leverancierskrediet
4. De onderhandse lening

4) Wat zijn liquide activa?

1. Bank en kas
2. Debiteuren, bank en kas
3. Crediteuren, hypotheek en voorraad
4. Voorraad , bank en kas

5) Is een hypothecaire lening lang vreemd vermogen of kort vreemd vermogen?

1. Lang vreemd vermogen
2. Kort vreemd vermogen

6) Een balans is

1. altijd in evenwicht
2. soms in evenwicht
3. meestal in evenwicht
4. nooit in evenwicht

7) Wat is geen voorbeeld
van vreemd vermogen?

1. Hypothecaire lening
2. Crediteuren
3. Debiteuren
4. Negatief banksaldo

8) Aan welke kant van de winst- en verliesrekening staan de opbrengsten?

1. debet
2. credit
3. links
4. rechts

9) Wat is het verschil tussen
vlottende activa en vaste activa?

1. Vlottende activa staan langer dan 1 jaar op de balans
2. Vaste activa staan langer dan 1 jaar op de balans
3. Vlottende activa zijn alleen de voorraad goederen
4. Vaste Activa willen we gaan verkopen

10) Als een bedrijf verlies maakt, aan welke kant van de winst- en verliesrekening staat dit verlies dan?

1. debet
2. credit
3. links
4. rechts

11) Een balans is:

1. Opstelling activa & passiva
2. Niet altijd in evenwicht
3. Vreemd vermogen
4. Eigen vermogen

12)Wat is een voorbeeld
van vaste activa?

1. Debiteuren
2. Kas
3. Inventaris
4. Bank

13) Wat is geen voorbeeld van kort vreemd vermogen?

1. crediteuren
2. rekening courant krediet
3. hypotheek

14) Een balans is een overzicht van

1. bezit, schuld en vreemd vermogen.
2. bezit, winst en vreemd vermogen.
3. bezit, schuld en eigen vermogen.
4. bezit, winst en eigen vermogen.

15)Wat is een voorbeeld van
vlottende activa ?

1. Hypothecaire lening
2. Crediteuren
3. Debiteuren
4. Negatief banksaldo