Voor het voegwoord staat altijd een komma, behalve bij het voegwoord 'en'.
Slide 7 - Diapositive
SAMENGESTELDE ZINNEN
In iedere zin staat een persoonsvorm.
Zinnen met twee persoonsvormen noem je
samengestelde zinnen.
Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.
In samengestelde zinnen staan dus ook twee onderwerpen.
Slide 8 - Diapositive
Samengestelde zinnen
Zinnen met twee of meerpersoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een voegwoord.
Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.
Slide 9 - Diapositive
Maak van de twee zinnen één lange zin door ze te verbinden met het verbindingswoord 'en'. - Kevin heeft een boek geleend. - Hij leest daar dagelijks in.
Slide 10 - Question ouverte
Maak van twee zinnen één lange zin met het voegwoord 'want': - De leerlingen zijn te laat op school. - De brug stond open.
Slide 11 - Question ouverte
Wat zijn de twee persoonsvormen? Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.