Voltooid tegenwoordige tijd & Verleden tijd (present perfect & past simple)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Grammar 6

Voltooid tegenwoordige tijd (present perfect)

Verleden tijd (past simple)

Weet jij nog de 3 vragen die je stelt?

Past Simple
Verleden tijd

- Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen. 

Regelmatige werkwoorden:

werkwoord + (e)d                (let op: soms moet een klinker dubbel!)

Onregelmatige werkwoorden: 

Tweede rij blaadje

Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd

- Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang.

- Iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu het resultaat.

- Praten over ervaringen uit iemands leven.
Regelmatige werkwoorden:

has / have + voltooid deelwoord (ww+ed)

Onregelmatige werkwoorden: 

has / have + voltooid deelwoord (derde rijtje blaadje)

Exercise 1

Schrijf het voltooid deelwoord op van het gegeven werkwoord.

5 open opgaves.

Schrijf het voltooid deelwoord op van:
fall

Schrijf het voltooid deelwoord op van:
hide

Schrijf het voltooid deelwoord op van:
paint

Schrijf het voltooid deelwoord op van:
cycle

Schrijf het voltooid deelwoord op van:
throw

Exercise 2 voorbereiding

Denk aan de 3 vragen: 

1. Is het op dit moment nog aan de gang?

Ja = present perfect         nee = vraag 2

2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?

Ja = present perfect          nee = vraag 3

3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?

Ja = present perfect          nee = past simple

Exercise 2

Kies de juiste vorm van de present perfect  of de past simple. 

5 meerkeuze opgaves.

I ___ very poorly; I am very tired now.

1. have sleeped
2. have slept
3. slept

You ___ your coat at my place yesterday.

1. have left
2. leaved
3. left

I ___ something wrong and then I became ill. I am better now.

1. have eaten
2. ate
3. eaten

We ___ that film several times before.

1. have watched
2. watcht
3. has watched

Yesterday, I ___ a new TV.

1. have bought
2. buyed
3. bought

Exercise 3

Vul zelf de juiste vorm in van de
present perfect  of de past simple.
Schrijf de hele zin op!

Succes!

5 open opgaves.

The artist ___ on his painting for several weeks now. (work)

They ___ for treasures since 1999. (search)

I can't find my books. I ___ everywhere! (look)

It ___ yesterday. I bought an umbrella. (rain)

My sister ___ my phone and now it's lost. (borrow)

Ik begrijp wat ik moet doen bij grammatica 6,
Present Perfect vs. Past Simple

1. Ja
2. Nee