Herhaling 1 t/m 3 literatuur
1 / 22
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met 'persoonlijke functies van literatuur'? (zie p. 130 handboek)
Slide 2 - Question ouverte
Literatuur heeft een belangrijke sociaal-culturele functie. Wat wordt daarmee bedoeld? (p. 130)
Slide 3 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor poëtica?
(p. 132, handboek)
(p. 132, handboek)
Slide 4 - Question ouverte
Waarom is de grens tussen fictie en werkelijkheid moeilijk te trekken? (p. 134, handboek )
Slide 5 - Question ouverte
Waarom is het handig voor lezers om kennis te hebben van genres? (p. 136, handboek)
Slide 6 - Question ouverte
Geef definities van de volgende genres: biografie, autobiografie en autofictie. Formuleer je antwoord in hele zinnen.
Slide 7 - Question ouverte
Wat zijn legenden? (p. 137)
Slide 8 - Question ouverte
Wat zijn mythen? (p. 137)
Slide 9 - Question ouverte
Wat zijn sagen? (p. 137)
Slide 10 - Question ouverte
Wat zijn sprookjes? (p. 137)
Slide 11 - Question ouverte
Wat zijn fabels? (p. 137)
Slide 12 - Question ouverte
Wat zijn de grondelementen van elk verhaal?
(p. 160, handboek)
(p. 160, handboek)
Slide 13 - Question ouverte
Wat is een sonnet? (p. 138)
Slide 14 - Question ouverte
Wat is een haiku? (p. 138)
Slide 15 - Question ouverte
Wat is een limmerick? (p. 138)
Slide 16 - Question ouverte
Wat is een puntgedicht? (p. 138)
Slide 17 - Question ouverte
Wat is een ballade? (p. 139)
Slide 18 - Question ouverte
Wat is een elegie? (p. 139)
Slide 19 - Question ouverte
Wat is het wezenlijke verschil tussen proza en poëzie?
Slide 20 - Question ouverte
'Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen.' Dit is een tekst van Ernest Hemmingway. Hoe komt het dat lezers deze tekst verschillend interpreteren? (zie pagina 132, handboek)
Slide 21 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen klassieke en moderne poëzie? (p. 138 handboek)
