5.3 Voedsel door micro-organismen

H5 Energie opslaan en gebruiken



Deze les:
  • Herhaling §5.2 Energie vrijmaken
  • §5.3 Voedsel door micro-organismen
  • Heel veel oefenen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H5 Energie opslaan en gebruiken



Deze les:
  • Herhaling §5.2 Energie vrijmaken
  • §5.3 Voedsel door micro-organismen
  • Heel veel oefenen

Slide 1 - Diapositive

Vul in:

.......... + zuurstof --> Energie + water+ koolstofdioxide
A
melkzuur
B
fotosynthese
C
verbranding
D
glucose

Slide 2 - Quiz

Wat moet er op de stipjes staan om de reactie kloppend te maken? C6H12O6 + .. O2 -> .. CO2 + .. H2O

A
12
B
6
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Aerobe dissimilatie betekent
A
afbraak
B
afbraak met zuurstof
C
afbraak zonder zuurstof
D
opbouw met zuurstof

Slide 4 - Quiz

Wat levert het meeste ATP op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Melkzuurgisting
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Alcoholgisting

Slide 5 - Quiz

Dus... welke vorm van dissimilatie gebruikt de meeste glucose moleculen om een bepaalde hoeveelheid energie (ATP) te produceren?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 6 - Quiz

Dissimilatie
Anaerobe (zonder zuurstof) --> melkzuurgisting


Aerobe (met zuurstof)

Slide 7 - Diapositive

Waar komt bij deze sporten de energie vandaan?
100 meter sprint
een marathon
1000 meter schaatsen
Vooral de ATP en CP voorraad in de spieren
Vooral anaerobe dissimilatie van glucose
Vooral aerobe dissimilatie van glucose

Slide 8 - Question de remorquage

Enkele bestanddelen van het voedsel van de mens zijn: eiwitten, koolhydraten en vetten.
Welke van deze voedselbestanddelen kunnen stoffen leveren die zowel bij de assimilatie als bij de dissimilatie in cellen worden gebruikt?
A
eiwitten, koolhydraten en vetten
B
alleen eiwitten en vetten
C
alleen koolhydraten en vetten
D
alleen eiwitten en koolhydraten

Slide 9 - Quiz

§5.3 Leerdoelen
  1. Je vergelijkt in een reactievergelijking de melkzuurgisting en alcoholische gisting
  2. Je herkent alcoholische gisting en melkzuurgisting in verschillende situaties

Slide 10 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
=> Gebruik maken van micro-organismen bij voedselbereiding:

  • Melkzuurgisting
  • Alcoholgisting

Slide 11 - Diapositive

Melkzuurgisting
  • Door bacteriën
  • Bacteriën zetten lactose (melksuiker) om in melkzuur.
  • Melkzuur verlaagt de pH (zuur).
  • Anaerobe dissimilatie

Slide 12 - Diapositive

Bij melkzuurgisting ontstaat:
A
Melkzuur, ATP, Koolstofdioxide
B
Melkzuur, ATP
C
Melkzuur, ethanol, koolstofdioxide
D
Melkzuur, koolstofdioxide

Slide 13 - Quiz

Welk voedsel kan gemaakt worden met behulp van schimmels?
A
Wijn, kaas en bier
B
Brood, cola en kaas
C
Paddenstoelen, ham en pizzadeeg
D
Gist, chips en patat

Slide 14 - Quiz

Anaerobe microbiële omzettingen worden ook wel fermenteren genoemd.
Dit treedt ook op in de natuur. Zie volgend filmpje

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Alcoholgisting
  • Via eencellige gistcellen

  • Glucose => ethanol (alcohol) + koolstofdioxide + ATP. 

  • Anaeroob proces

Slide 17 - Diapositive

Welke organismen maken gebruik van alcoholgisting?
A
Melkzuurbacterien
B
Eencellige gisten
C
Meercellige gisten

Slide 18 - Quiz

Wijn wordt gemaakt door druivensap te laten gisten. Het alcoholpercentage dat bereikt kan worden is maximaal 14 %. Waarom niet hoger?

Slide 19 - Question ouverte

Welke ingrediënten heb je nodig om brood te bakken?

Slide 20 - Question ouverte

Brood
Om brood te bakken heb je niet veel nodig. In ieder geval gist. 

Slide 21 - Diapositive

Hoe zorgt gist voor de gaatjes in brood?
A
Door een deel van het deeg weg te eten
B
Door in het deeg belletjes O2 te maken
C
Door in het deeg belletjes CO2 te maken
D
Door in het deeg lucht te blazen van buiten

Slide 22 - Quiz

Om bier, wijn en brood te maken kan je gebruik maken van bakkersgist. Toch zit er geen alcohol in brood. Hoe kan dat?

Slide 23 - Question ouverte

Iemand heeft zelf aardbeienjam gemaakt. Na een paar maanden opent hij een pot jam. Bij het openen van de pot komt er wat gas vrij. De jam ruikt naar alcohol.
Welke omzetting heeft in deze pot jam plaatsgevonden?
A
dissimilatie van glucose met zuurstof waarbij alcohol en CO2 ziin ontstaan
B
dissimilatie van glucose zonder zuurstof waarbij alcohol en O2 zijn ontstaan
C
dissimilatie van glucose zonder zuurstof waarbij alcohol en CO2 zijn ontstaan
D
geen van deze antwoorden

Slide 24 - Quiz

Van melk wordt yoghurt gemaakt. Neemt de hoeveelheid energierijke stoffen toe of af? en waarom?
A
Toe, omdat de bacteriën glucose omzetten in melkzuur
B
Af, omdat de bacteriën glucose stoffen omzetten in melkzuur
C
Toe, omdat bacteriën glucose omzetten in alcohol
D
Af, omdat bacteriën glucose omzetten in alcohol

Slide 25 - Quiz

§5.3 Leerdoelen
  1. Je vergelijkt in een reactievergelijking de melkzuurgisting en alcoholische gisting
  2. Je herkent alcoholische gisting en melkzuurgisting in verschillende situaties

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag!
Zelfstandig leren/bestuderen van alcoholgisting:
  • Lees de tekst van §5.3 aandachtig door
  • Maak opdracht 37 t/m 47 van §5.3

Slide 27 - Diapositive