Week 47: zoekend en lerend lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

Deze week

Les 1: les 17 afronden, start les 18 (zoekend en lerend lezen)

Les 2: leestekst oefenen met leesstrategieën

Les 3: leesboek + quizje ww-spelling 

Af en toe, tussendoor, komende weken, werkwoordspellingsquiz! 

Deze les

1. Bespreken tekst les 17 

2. Startopdracht

3. Uitleg globaal en intensief lezen

5. Start maken weektaak (als er tijd voor is)

4. Afsluiten les 

Bespreken tekst microplastics

Vraag 9 

Opdracht 10: les 17

Je maakt opdracht 11 (a+b). Je krijgt daarvoor 8 minuten. 

Na 8 minuten, leg je de andere leerling jouw tekst + vragen voor. 

1. Lukt het om de vragen van je buurman te beantwoorden?

2. Welke leesstrategie heb je daarvoor nodig? 

Je werkt zelfstandig en in stilte. 

Zoekend of lerend?

1. Je maakt een werkstuk over de Romeinen en wilt weten wat ze aten
2. Je hebt morgen een so geschiedenis over de Romeinen
3. Je hebt straks een presentatie bij Engels over onregelmatige werkwoorden
4. Je wilt weten hoeveel partijen meedoen met de verkiezingen
5.  Je voelt je niet lekker en wilt weten bij welke ziekte de jouw symptomen horen 

zoekend lezen

Je hebt een specifieke vraag en daar zoek je antwoord op. Bijvoorbeeld voor een werkstuk of presentatie. 

- trefwoorden / steekwoorden
- scannen door de tekst 

- inhoudsopgave/tussenkopjes 

lerend lezen

Je wil belangrijke informatie onthouden. Bijv. voor een repetitie. 

1. Je leest eerst de tekst globaal. 

2. Je leest de eerste en laatste alinea. 

3. Je leest de tekst intenseif. 

4. Je maakt een samenvatting of markeert de belangrijkste punten

(Hoofd- en bijzaken onderscheiden!)

Weektaak les 18

Maak opdracht: 1 t/m 6 + 9 t/m 12 (laatste zijn van leestekst)

Klaar? Kijk je werk na?

Klaar? Maak de extra leestekst 

Je werkt in stilte! 

volgende les

Neem donderdag een boek / stof mee van een ander vak, waarvoor je nog moet leren. 

Denk bijvoorbeeld aan de toets Aardrijkskunde (4 dec)

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

Welkom!

Stillezen

Pak je boek en ga stillezen 

Je mag ook aan je boekopdracht werken.

Deze les

1. Tekst lezen + vragen beantwoorden (zelfstandig)

2. Werken aan je weektaak

Oefenen lezen 

1. Ga naar It's Learning en open de tekst + vragen over de tekst 

2. Maak de volgende vragen:

Opdracht 2: alle vragen

Ben je al klaar? Dan ga je door met:

Opdracht 3: alle vragen

Weektaak les 18

Maak opdracht: 1 t/m 6 + 9 t/m 12 (laatste zijn van leestekst)

Klaar? Kijk je werk na?

Klaar? Start vast met de extra tekst (oefenblad It's Learning) 

Vooruitblik 

Op vrijdag 8 december heb je repetitie Nederlands, over:

1. leesvaardigheid

Amuserend, activerend, overtuigend en beschouwende teksten

Globaal, intensief, zoekend en lerend lezen

2. taalverzorging
Werkwoordspelling persoonsvorm

Meervouden

Samenstellingen

Afsluiten les

Steek je vinger op als je denkt dat:

1. je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen zoekend, lerend, globaal en intensief lezen

2. je weet wanneer je deze leesstrategieën kunt toepassen 

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

Welkom!

Stillezen

Pak je boek en ga stillezen 

En geniet van je traktatie! 

Deze les

1. Formatieve toets

2. Nakijken
3. Aan de slag 

Werkwoordspelling tt / vt

Tegenwoordige tijd: is nu in het heden

Ik loop

Jij/hij/zij/het loopt

Wij/zij/jullie lopen

Verleden tijd: in het verleden. (zwak/sterk) 

Ik verhuisde

Jij/zij/hij/het verhuisde

Wij/zij/jullie verhuisden 

Maak de formatieve toets

Schrijf je antwoord op een blaadje. 

Let op: schrijf niet alleen het goede antwoord op, maar ook de regel die je hebt gebruikt! 

Let op: schrijf eerst op hoeveel goede antwoorden je denkt te geven

 (er zijn 10 werkwoorden) 

Kijk de antwoorden na! 

1. kostte (verleden tijd ev, stam + te)
2. noemt (tegenwoorde tijd, hij-vorm, stam + t), vertelt (tegenwoorde tijd, hij-vorm, stam + t)

3. beloofde (verleden tijd, ev, stam + de)
4. verslaat (tegenwoorde tijd, hij-vorm, stam + t), bereikt (tegenwoorde tijd, hij-vorm, stam + t)
5. Legde (verleden tijd, ev, stam + de)
6. Verwacht (tegenwoorde tijd, hij-vorm, stam + t), regent (tegenwoorde tijd, hij-vorm, stam + t)

7. vind (stam, want jij erachter) 

Antwoord fout? Schrijf het goede antwoord erbij en schrijf op wat er fout is! 

Hoe heb je het gedaan?

1. Hoeveel antwoorden had je ingeschat dat je er goed zou hebben?
2. Hoeveel antwoorden had je daadwerkelijk goed? 

Verder oefenen

Repetitie bespreken

1. Je tafel is helemaal leeg. 

2. Je krijgt de repetitie. Je mag even praten. 

3. Ik bespreek de belangrijkste vragen. Stel alleen vragen die voor iedereen gelden. 

4. Persoonlijke vraag? Kom even langs bij mijn bureau. 

Welkom!

Stillezen

Pak je boek en ga stillezen 

Je mag ook aan je boekopdracht werken.