Les 32 Hoe maak je goede zinnen?
1 / 18
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Is een sollicitatiebrief formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel
Slide 2 - Quiz
formeel of informeel?
'Met mij is alles prima!'
'Met mij is alles prima!'
A
Formeel
B
Informeel
Slide 3 - Quiz
Formeel of informeel:
Heeft u misschien een bonuskaart?
Heeft u misschien een bonuskaart?
A
Formeel
B
Informeel
Slide 4 - Quiz
Wat is 'interpunctie'?
A
Een waarschuwing die iemand je geeft
B
Een opgelegde maatregel
C
Het zetten van hoofdletter, punten, komma's etc.
D
Een advies van iemand
Slide 5 - Quiz
In welke zin is de interpunctie correct?
A
De jongen heeft de finale verloren
B
de jongen heeft de finale verloren
C
de Jongen heeft de finale verloren.
D
De jongen heeft de finale verloren.
Slide 6 - Quiz
Welke interpunctie is juist?
A
Ze zei: "Doe mij een toppertje en een breezer ananas."
B
Ze zei: "Doe mij een toppertje en een breezer ananas?"
C
Ze zei: doe mij een toppertje en een breezer ananas!
D
Ze zei, "Doe mij een toppertje en een breezer ananas."
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Maak een goede zin met deze woorden:
training / eten / Yasmine / vriendin / pizza
training / eten / Yasmine / vriendin / pizza
Slide 16 - Question ouverte
Waar moet je op letten als je een goede zin schrijft?
