2HV Blok 2 Grammatica Voornaamwoorden 1 uitleg

wie
wat
die
dat
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

wie
wat
die
dat

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
Aan het eind van de les kun je de volgende voornaamwoorden benoemen:

1. Vragende voornaamwoorden
2. Aanwijzende voornaamwoorden
3. Betrekkelijke voornaamwoorden (m.i.a.)
4. Onbepaalde voornaamwoorden

Slide 2 - Diapositive

Aantekeningen
Pak je schrift en je pen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Die schoen, die je daar hebt, is van mij.
Wat is de eerste 'die'?
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Die schoen, die je daar hebt, is van mij.
Wat is de tweede 'die'?
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

Wie heeft dit gedaan?
Wat is 'wie'?
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 20 - Quiz

Stel één vraag over iets wat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Question ouverte

Huiswerk

Maken 

Opdracht 8, 9 en 10 in eDition

Slide 22 - Diapositive