Verbranding en ademhaling

Verbranding en ademhaling
Herhaling 1.1 t/m 1.3
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Verbranding en ademhaling
Herhaling 1.1 t/m 1.3

Slide 1 - Diapositive

Wat moet er op plek 1?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar:
Het strottenklepje sluit de neusholte af als je slikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het tegenhouden van ziekteverwekkers
B
Het keuren van de lucht
C
Het verwarmen van de lucht
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte

Slide 5 - Quiz

Neusholte
Neusholte
Neusholte
Neusholte
Neusholte
Neusholte
Neusholte
Neusholte
Mondholte
Keelholte
Strottenklepje
Luchtpijp
Long
Longblaasjes

Slide 6 - Question de remorquage

Wat gebeurt bij de borst-ademhaling?
A
de ribben gaan bewegen
B
de ribben blijven stil
C
het middenrif gaat bewegen
D
het middenrif blijft stil

Slide 7 - Quiz

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 10 - Quiz

Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__
A
1:Koolstofdioxide 2: Zuurstof
B
1: Zuurstof 2: Koolstofdioxide

Slide 11 - Quiz

Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 12 - Quiz

Wanneer gaat je hart sneller pompen?
A
Als de ademhaling sneller gaat
B
Als je meer gaat bewegen
C
Als je het warm hebt
D
Als je het koud hebt

Slide 13 - Quiz

De opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes noem je ….
A
Uitscheiding
B
Ademhaling
C
Gaswisseling
D
Verbranding

Slide 14 - Quiz

Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?

Slide 15 - Question ouverte

Welke lichaamscellen doen aan verbranding?
A
Alleen Spiercellen
B
Alleen je hersencellen
C
Alle cellen die in je lichaam zit
D
Spiercellen en hersencellen

Slide 16 - Quiz

wat is de brandstof bij een brandende kaars?

A
lucht
B
kaarsvet
C
zuurstof
D
glucose

Slide 17 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plaats in de formule van verbranding in het menselijke lichaam
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 18 - Question de remorquage

een indicator is een
A
een stof die voor kleur zorgt
B
een stof die een andere stof aantoont
C
een stof die een andere stof bindt

Slide 19 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 4 aan?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 20 - Quiz

De belangrijkste brandstof voor je lichaam is....

Slide 21 - Question ouverte

Welk onderdeel wijst nummer 5 aan?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 22 - Quiz

Wat is de functie van de kraakbeenringen in de luchtpijp
A
Stevigheid
B
De luchtpijp rond maken
C
De luchtpijp open houden
D
Slijm verplaatsen

Slide 23 - Quiz


KGT

Leren via 1 van de methodes;
 
Vragen verzinnen
Extra vragen maken
Test jezelf



BK

Leren via 1 van de methodes;

Vragen verzinnen
Opdrachten opnieuw maken
Test jezelf
Aan de slag 

Slide 24 - Diapositive