L4:Kortfilm Alma

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

pag. 37 

Welke film?

Topische vragen:

Wat zie je?

Welke kledij draagt hij?

Waarover gaat de film?

Wanneer speelt het zich af?

Troy

• over de Trojaanse Oorlog, gebaseerd op de Ilias en de Odyssee van Homerus
• Griekse mythologie

• Tijdsperiode: 1200 v.C./ middeleeuwen

Welke term gebruiken we om aan te tonen dat een verhaal zich in een bepaalde periode afspeelt?

1. vertelde tijd
2. verteltijd
3. vroeger
4. kalendertijd

tijd

tip: teken een tijdlijn met gebeurtenissen in je verhaal

 ->  vertelde tijd

Wat klopt er niet op deze foto?

Kennen jullie de juiste term die wijst op fouten tegen de kalendertijd?

1. kalenderfout
2. anachronisme
3. niet-chronologisch
4. montagefout

Wordt een verhaal altijd in de juiste volgorde verteld?

1. Ja
2. nee

Herhaling verhaalelementen

• tijd
• personages
• (spanningsopbouw)
• verhaallijn
• ruimte
• thema

Tijd

literaire term

Flashback:

De lezer of kijker wordt tijdens een flashback mee teruggenomen in het verleden, vaak met het doel de situatie in het heden te verklaren of daar een bepaalde visie op te geven.

Flashforward:

De verteller vertelt iets over de (nabije of verre) toekomst.

Het is een techniek die in literatuur en film vaak wordt toegepast om de lezer/kijker een blik in de (verre) toekomst van een verhaal te geven. Zo’n vooruitwijzing is in principe alleen mogelijk als een auctoriale verteller het verhaal rapporteert.

Flashback:

De lezer of kijker wordt tijdens een flashback mee teruggenomen in het verleden,

vaak met het doel de situatie in het heden te verklaren of daar een bepaalde visie op te geven.

Flashforward:

De lezer of kijker wordt tijdens een flashback meegenomen naar de toekomst.

Het is een techniek die in literatuur en film vaak wordt toegepast om de lezer/kijker een blik in de (verre) toekomst van een verhaal te geven.  rapporteert.

Tijd

Een verhaalstructuur kan in verschillende tijdsindelingen opgebouwd worden:

• chronologisch: 

      begin - midden - einde

• niet-chronologisch: midden - flashback - begin - flashforward - einde (...)

pag. 37-38

vraag 1-2-3

Voorspel 3 dingen dien in de film zullen voorkomen.

Verwacht je een droevige of vrolijke film?

Droevig

Vrolijk

Vul vragen 2.1 en 2.3 in.

Individueel

pag. 39

Vond je het einde verrassend?

Waarom wel (niet)

Personages

• protagonist
• antagonist
• nevenpersonage
• vol en vlak karakter

literaire term

kennen

hoofdrolspeler

Alma

antagonist

de pop die op haar lijkt

nevenpersonage

de andere poppen, zoals het fietsende jongetje

Welk soort personage is Alma?

vlak personage

rond personage

vol karakter

Als lezer/kijker weet je wat dit personage denkt en voelt. Je leeft met het personage (emotioneel) mee.

personages

Vlak karakter

Als lezer/kijker weet je niet wat er in dit personage zijn hoofd omgaat. Je weet niet wat hij denkt en/of voelt.

De meeste stripfiguren zijn vlakke personages.

Tijd

Maak oefening 4

Zet de scenes in de juiste volgorde.

Duo

pag. 41

Vul aan:

Het verhaal speelt zich af in ______________ volgorde.

Er zijn dus geen ________ .

pag. 42

• chronologische

• flashbacks                         

Sfeer en spanningsopbouw

literaire term

Sfeer en spanningsopbouw 

Maak oefening 6 t.e.m. 9

pag. 42-43

Duo

oplossingen oef 6 t.e.m. 10

6. Beschrijf de sfeer die in het verhaal wordt opgeroepen.

• Er hangt een mysterieuze en onheilspellende sfeer.

7. Geef 2 dingen die je ziet die voor sfeer zorgen.

• Het straatje oogt grauw, er hangen oude posters aan de muur. De kleuren zijn dof en grijs, behalve de kleren van het meisje en de poppen. In de winkel is het donker. Met wat verbeelding ziet het raam van de winkel eruit als een akelige mond.

pag. 43

oplossingen oef 6 t.e.m. 10

8. Geef 2 andere zaken die zorgen voor spanning en sfeer in het verhaal.

• De muziek: de scherpe trage tonen en haast valse melodie voelen dreigend aan.
• Alle geluiden zijn nadrukkelijk aanwezig, ze doen je als kijker opschrikken: bv. de pop die verschijnt, de voetstappen, de klink, de krakende deur... 

9. In Alma wordt niet gesproken. Zou dialoog de film sterker maken? Waarom (niet)

• persoonlijk antwoord

pag. 43

oplossingen oef 6 t.e.m. 10

10. Duid de term aan die op dit verhaal van toepassing is.

• gesloten einde

pag. 126

Sfeer en spanningsopbouw

 -> Welke elementen zorgen voor een bepaalde sfeer/spanning? (Omgeving, weer, geluid, kledij...)

literaire term

Kunnen beschrijven

Quiz

Wat is een protagonist?

1. verteller
2. hoofdrolspeler
3. een figurant
4. tegenspeler

Wat is een antagonist?

1. een hoofdrolspeler
2. een tegenspeler
3. een slechterik
4. een figurant

Wat voor personage is Alma?

1. vol karakter
2. vlak karakter

Hoe wordt het verhaal verteld in de kortfilm 'Alma'?

1. chronologisch
2. niet-chronologisch

Is er sprake van een flashback in de kortfilm 'Alma'?

1. ja
2. nee

Wat bedoelen ze met 'verteltijd'?

1. de tijd wanneer een verhaal zich afspeelt in de geschiedenis
2. de tijd dat je nodig hebt om een verhaal te lezen/kijken
3. de tijd die voorbij strijkt in een verhaal
4. de tijd die nodig is om het verhaal te maken

Wat bedoelen ze met 'vertelde tijd'?

1. de tijd wanneer een verhaal zich afspeelt in de geschiedenis
2. de tijd dat je nodig hebt om een verhaal te lezen/kijken
3. de tijd die voorbij strijkt in een verhaal
4. de tijd die nodig is om het verhaal te maken

Evaluaties:

AGENDA:

Toets

• Toets over 'literaire termen' op ______?___________