Vaktheorie Sport & Handhaving

Vaktheorie sport, recreatie & handhaving
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vaktheorie sport, recreatie & handhaving

Slide 1 - Diapositive

Als medewerker sport en recreatie werk je met allerlei verschillende doelgroepen.

Je helpt bij allerlei sportieve en recreatieve activiteiten.
Je hoofdtaken zijn in grote lijnen:

- assisteren bij het uitvoeren van activiteiten;
- gasten en deelnemers begeleiden;
- toezicht houden.
 


Slide 2 - Diapositive

Video
Opleiding sport en recreatie niveau 2

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Video werkveld recreatie

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Video werkveld handhaving

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat spreekt jou aan in het werk als medewerker sport, recreatie en handhaving bij deze organisatie?

Slide 9 - Question ouverte

Wat lijkt jou minder leuk aan het werk als medewerker sport en recreatie en handhaving bij deze organisatie?

Slide 10 - Question ouverte

Casus uit een praktijksituatie.
Een lastige vragensteller?

Slide 11 - Diapositive

Casus Lara - wat doet Lara goed?
Lara werkt op een vakantiepark en is gehaast bezig met het verzamelen van de spullen voor de buitenspelletjes. Over 20 minuten begint het al. Een mevrouw loopt op haar af. ‘Mag ik wat vragen?’ ‘Natuurlijk, mevrouw’, zegt Lara, ‘waarmee kan ik u helpen?’ ‘Hoe laat begint die show vanavond?’ ‘Om half 8, mevrouw’, antwoordt Lara. ‘Oké, en wat is er morgen allemaal te doen?’ ‘Eh, een knutseluurtje ’s ochtends om tien uur, ’s middags een fietsspeurtocht, om zeven uur meeleeftheater en ’s avonds een lampionoptocht, geloof ik.’ ‘O, leuk’, reageert de mevrouw. ‘En wat houden die bosspelen precies in?’ Nee hè, denkt Lara, dit gaat veel te lang duren. Ik ben nog lang niet klaar met spullen verzamelen. ‘Eh, dat zijn renspelletjes in het bos.’ ‘Welk bos?’ Lara antwoordt steeds korter: ‘Het bos naast het park.’ ‘O, voor welke leeftijd is dat geschikt?’ Lara wordt steeds ongeduldiger. Houdt deze mevrouw nooit op met vragen stellen? ‘Voor schoolkinderen’, zegt ze nogal kortaf. ‘Nou zeg’, reageert de mevrouw, ‘dat klinkt ook niet erg vriendelijk. Ik stel gewoon een paar vragen.’
‘Sorry, sorry’, zegt Lara. ‘Ik ben bezig met de voorbereidingen voor de spelletjesmiddag en de tijd dringt.’ ‘Nou, had dat dan meteen gezegd. Ik loop wel even naar de receptie. Hopelijk hebben ze daar wel tijd voor me’, zegt de vrouw.

Slide 12 - Diapositive

Wat doet Lara goed?

Slide 13 - Carte mentale

Hoe goed klopt jouw antwoord?
Ze staat de vrouw in eerste instantie klantvriendelijk te woord en probeert zo goed mogelijk antwoord te geven. Ze spreekt netjes met twee woorden in het begin. Ze biedt excuus aan.
Ze verliest haar vriendelijkheid en begint zich te ergeren aan de vele vragen van de vrouw. Dat merkt de vrouw. Ze reageert een beetje boos. Dat kan het imago van de organisatie schaden.
Het is mooi als uit het antwoord assertiviteit blijkt. Als de student op een respectvolle en vriendelijke manier aangeeft dat hij nu geen tijd heeft en de gast helpt aan een alternatieve oplossing.

Slide 14 - Diapositive

Wat gaat er mis?

Slide 15 - Carte mentale

Hoe goed klopt jouw antwoord?
Ze had direct in het begin kunnen aangeven dat ze weinig tijd had.
Bijvoorbeeld: ‘Mevrouw, ik zou u heel graag helpen, maar ik zit een beetje in tijdnood. Wat wilt u weten? Misschien kan ik snel antwoord geven. En anders vertel ik u bij wie u terecht kunt.’ Ook in een later stadium had ze dit nog aan kunnen geven. Dan had ze voorkomen dat ze op een ongeduldige toon korte antwoorden ging geven. Bijvoorbeeld: ‘Mevrouw, ik merk dat u meerdere vragen heeft. Ik zou u graag helpen, maar ik zit nogal in tijdnood. Vindt u het erg om even naar de receptie te lopen? Daar weten ze precies hoe het programma eruitziet en wat het inhoudt.’

Slide 16 - Diapositive