H7. Terugblik


1 / 24
suivant
Slide 1: Question ouverte
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Slide 1 - Question ouverte

Hoeveel ben ik kwijt na 0 attracties?
A
15 euro
B
17,50 euro
C
20 euro
D
25 euro

Slide 2 - Quiz

Hoeveel ben ik kwijt na 2 attracties?
A
15 euro
B
17,50 euro
C
20 euro
D
25 euro

Slide 3 - Quiz

Maak de formule door de items naar de juiste plek te slepen.
Aantal attracties
Entree
Totale kosten
15
17,50
2,50
5
+
-
x
:
=

Slide 4 - Question de remorquage

0
60
120
180
300
240
30
90
150
270
210
600

Slide 5 - Question de remorquage

Welke grafiek past bij de formule

tijd x 60 = afstand
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Van welke van de formules is de bijbehorende grafiek een dalende lijn?
A
10 + nummer × 2 = aantal
B
5 - breedte × 0,1 = lengte
C
aantal × 5 = hoogte
D
Geen van allen

Slide 7 - Quiz

Van welke van de formules gaat de grafiek door de oorsprong?
A
10 + nummer × 2 = aantal
B
5 - breedte × 0,1 = lengte
C
aantal × 5 = hoogte
D
Geen van allen

Slide 8 - Quiz

Vul in op de puntjes:
Een rechte lijn als grafiek noem je
een ... ...

Slide 9 - Question ouverte

Vul in op de puntjes:
Een formule die bij een lineaire grafiek past noem je een ... ...

Slide 10 - Question ouverte

In de grafiek zie je het verband tussen het aantal bezoeken en het bedrag in euro's.

Wat betaal ik per bezoek?
A
3 euro
B
6 euro
C
Dat kun je niet zien
D
9 euro

Slide 11 - Quiz

In de grafiek zie je het verband tussen tijd in minuten en het bedrag in euro's.

Welk bedrag komt er per minuut bij?
A
1 euro
B
20 euro
C
50 cent
D
10 cent

Slide 12 - Quiz

Wat is de beginwaarde van de grafiek?
A
0
B
10
C
20
D
Dat kun je niet zien

Slide 13 - Quiz

Wat is de beginwaarde van de grafiek?
A
0
B
6
C
5
D
21

Slide 14 - Quiz


A
A
B
B
C
C

Slide 15 - Quiz

Op de grafiek kun je enkele roosterpunten aflezen.
Sleep de getallen naar de juiste plek in de tabel.
20
80
0
50
40
30

Slide 16 - Question de remorquage


Elke 20 minuten komt er steeds 10 euro bij.
Hoeveel komt er per minuut bij?
A
1 euro
B
20 euro
C
50 cent
D
10 cent

Slide 17 - Quiz

Elke 20 minuten komt er steeds 10 euro bij. Dat is dus 0,50 euro per minuut.

Welke formule hoort bij de grafiek?

Slide 18 - Question ouverte

Laat met een berekening zien dat het snijpunt van de 2 grafieken ligt op (5 ; 3,5)

Slide 19 - Question ouverte

7.4 

Slide 20 - Diapositive

7.5

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk:
Bestuderen:
Theorie H7. Woordformules

Maken:
Oefenproefwerk H7: Woordformules

Bereid vragen voor nav de toets vrijdag

Slide 24 - Diapositive