Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wind en orkanen
Slide 1 - Diapositive
wind weetjes!
Slide 2 - Diapositive
Wind
Lucht bestaat uit miljaren kleine luchtdeeltjes.
Je kan ze niet zien, wel voelen
Het verplaatsen van deze luchtdeeltjes heet wind
Slide 3 - Diapositive
Hoe meet je windsterkte
Normale windkracht --> Schaal van Beaufort
Orkaankracht --> Saffir-Simpson schaal
Slide 4 - Diapositive
Vanaf welke windkracht (op de schaal van Beaufort) noemen we een tropische storm een orkaan?
A
8
B
3
C
12
D
11
Slide 5 - Quiz
Windkracht meten wij met de
Schaal van Beaufort
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Lees de tekst goed en beantwoord de vraag
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Kies de drie juiste antwoorden:
A
Een hogedrukgebied heeft veel lucht
B
Een lagedrukgebied heeft weinig lucht
C
Lucht stroomt van laag naar hoog
D
Lucht stroomt van hoog naar laag.
Slide 10 - Quiz
Antwoord:
Een hogedrukgebied heeft veel lucht.
Een lagedrukgebied heeft weinig lucht.
Wind stroomt van hoog naar laag.
Slide 11 - Diapositive
Lees de tekst goed en beantwoord de vraag
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Warme lucht stijgt op en koude lucht daalt.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Antwoord:
De zon verwarmt de aarde, warme lucht bij de grond stijgt op. In de lucht is het koud, de lucht koelt af en zakt.
Antwoord: waar.
Slide 15 - Diapositive
Lees de tekst goed en beantwoord de vraag
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Wat is er nodig voor een tornado?
A
regen, wind en koude luchtdruk
B
regen, wind en warme luchtdruk
C
warme luchtdruk en koude luchtdruk
D
wind, warme luchtdruk en sneeuw
Slide 18 - Quiz
Antwoord:
Voor tornado's heb je warme luchtdruk en koude luchtdruk nodig. Wanneer deze op elkaar botsen, wil de warme lucht omhoog en de koude lucht juist naar beneden.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Aardbevingen
Tsunami's
Slide 21 - Diapositive
Vulkaanuitbarsting
Slide 22 - Diapositive
Orkanen
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Wat is een orkaan?
Orkaan (of tyfoon): zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 26 graden warm is
Slide 25 - Diapositive
Een orkaan ontstaat boven land
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Vidéo
Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen
Slide 29 - Quiz
0
Slide 30 - Vidéo
Slide 31 - Diapositive
Samengevat: onstaan van een orkaan
Zeewater moet minimaal 26° Celsius zijn
Warmt zeewater verdampt en stijgt op.
Lucht koelt af en condenseert (wolken ontstaan)
Onderin is er een tekort aan lucht (lage luchtdruk)
Lucht gaat draaien door de draaiing van de aarde
Door de draaiing van de aarde gaan de wolken om een vast middelpunt draaien: het oog
In het oog is het windstil
Slide 32 - Diapositive
0
Slide 33 - Vidéo
Gevolgen van de orkaan
Drie kenmerken die er samen toe kunnen leiden dat er veel slachtoffers vallen en dat er veel schade ontstaat.
- Harde wind
- Veel regen
- Hoge golven
Als er veel regen valt in een heuvelachtig gebied is er kans op aardverschuivingen.
Slide 34 - Diapositive
Ontwikkelingspeil en orkanen
Hoe armer een land, hoe groter de gevolgen. Mensen hebben geen stevige huizen, geen mogelijkheid om te vluchten en er is geen goed alarmeringssysteem.
Hoe rijker een land, hoe minder groot de gevolgen. De huizen zijn stevig, de mensen kunnen vluchten en er is een goed alarmeringssysteem.