Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Koude oorlog fase III 1953-1957
Destalinisatie en Warschaupact
Slide 1 - Diapositive
Stelling: We leven nu in een tweede Koude oorlog. Ben je het eens of oneens? Licht je antwoord toe
Slide 2 - Question ouverte
Afzwakking Koude oorlog (eind jaren 50)
Korea oorlog
-Lokale oorlog
-Geen duidelijke overwinnaar
Slide 3 - Diapositive
Afzwakking Koude oorlog (eind jaren 50)
Korea oorlog
-Lokale oorlog
-Geen duidelijke overwinnaar
Dood van Stalin
-Angst voor Stalin en persoonlijkheidscultus
-Opvolger Nikita Chroesjtsjov
Slide 4 - Diapositive
Destalinisatie & vreedzame co-existentie
Nikita Chroesjtsjov
-Vreedzame co-existentie = naast elkaar leven, militair conflict tussen kapitalisme en communisme te vermijden
-Bezoek aan de VS
-Destalinisatie
Slide 5 - Diapositive
Destalinisatie & vreedzame co-existentie
Nikita Chroesjtsjov
-Vreedzame co-existentie = naast elkaar leven, militair conflict tussen kapitalisme en communisme te vermijden
-Bezoek aan de VS
-Destalinisatie
1956 Hongaarse opstand
-Neerslaan van opstand tegen communisme
-Eisten dat geallieerden West-Berlijn moesten verlaten
-Oplopen van spanningen
Slide 6 - Diapositive
Berlijnse muur
1958 Chroesjtsjov eiste een opheffing van de bezettingszones van Berlijn binnen 6 maanden. Berlijn diende een gedemilitariseerde 'vrije stad' te worden.
Berlijnse muur 1961
-Beschermwal tegen het kapitalisme
-Oost en West Berlijn
-Veel wetenschappers en geschoolde arbeiders waren naar het Westen gevlucht (Braindrain)
''an iron curtain has descended across the continent''
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Cubacrisis
Heetste punt van de Koude oorlog (1962)
-Fidel Castro
-Nationalisering grondstoffen en fabrieken
-Boycot door VS
-Steun van SU
Kennedy geeft toestemming voor de invasie van Cuba
-Castro verklaard zich een vriend van de SU
-Ultimatum
Slide 9 - Diapositive
Bekijk de prent, verklaar waarom deze prent gaat over de Cubacrisis en wat de maker van de prent wilt overbrengen.