aan gezinnen waarin iedereen in vrijetijdskleding liep
B
aan kinderen die zomers gekleed waren als het weer dat niet toeliet
C
aan leerlingen die in de les een huisbroek en pantoffels droegen
D
aan ouders die in nachtkleding op school verschenen
Slide 6 - Quiz
Tekst 2: Hoe ziet volgens de tekst de top 5 van rijkste Duitsers eruit? Schrijf de letters op in volgorde van het rijkst naar minder rijk. (kleine letters; gescheiden door komma)
Slide 7 - Question ouverte
Tekst 3: Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 1?
A
erfolgreiche
B
erfolgreiche
C
lebenswichtige
Slide 8 - Quiz
Tekst 3: In alinea 1 komt Gerhard Forster aan het woord. Hoeveel groepen mensen, waar hij met zijn reddingshonden naar opzoek gaat, noemt hij? (alleen getal)
Slide 9 - Question ouverte
Tekst 3: Was erklärt Gerhard Forster im 2. Absatz
A
Nach welchen Menschen gesucht werden soll
B
Wie ein Einsatz vor sich geht
C
Wie ein Zugführer Parzelle unter den Hundeführern aufteilt
D
Wo ein Einsatz in der Regel stattfindet
Slide 10 - Quiz
Text 3: Wieso findet Doris Diessner die Einsätze „immer noch aufregend“? (Absatz 3)
A
Weil ihre Ausbildung als Hundetrainerin schon eine Weile her ist.
B
Weil sie manchmal gar nicht mehr weiß, was sie tun soll.
C
Weil sie mehr Routine als Hundeführerin bekommen möchte.
D
Weil sie nicht sicher ist, ob ausreichend gesucht worden ist.