Les 4 - Standen

Monniken en ridders
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Monniken en ridders
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000

Slide 1 - Diapositive

Les 4 
Standen

Slide 2 - Diapositive

3. Monniken en Ridders

Slide 3 - Diapositive

De tijd van monniken en ridders was van... tot ....
A
100 v.C.-500 (n.C.)
B
1000-1500
C
500-1000
D
1500-1600

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat standen zijn 
  • Wat edelen zijn
  • Wie geestelijken zijn
  • Wie bij de derde stand hoorde
  • Hoe de standensamenleving werkte

Slide 5 - Diapositive

Even herhalen...
Domein
Hofstelsel
Horige
Kastelen

Slide 6 - Diapositive

Wat is een domein?
A
Kasteel van de leenheer
B
Land waar de boeren wonen, vlakbij het grote huis van de heer.
C
Al het gebied van Karel de Grote
D
Landgoed dat wordt bewerkt volgens het hofstelsel.

Slide 7 - Quiz

De drie standen

Slide 8 - Diapositive

De drie standen in de middeleeuwen:
Bidders (geestelijken), vechters (adel) en werkers (boeren).
Wie is wie in deze bron?
De drie standen   

Slide 9 - Diapositive

De drie standen

Slide 10 - Diapositive

Welke drie standen waren er?
A
1. Geestelijken 2. Adel 3. Boeren
B
1. Boeren 2. Geestelijken 3. Adel
C
1. Koning 2. Adel 3. Geestelijken
D
1. Adel 2. Geestelijken 3. Koning

Slide 11 - Quiz

De geestelijken
De edelen
De boeren

Slide 12 - Question de remorquage

Na het Romeinse Rijk
Steden
Landbouw
Bestuur
Leger
Is hier sprake van verandering of continuiteit in de geschiedenis?
Waarom?

Slide 13 - Diapositive

Het Domein
In de middeleeuwen was bijna iedereen een boer
Boeren werkten op het land, maar dat was vaak niet van hen
Dit was vaak van een rijke heer of van een klooster
Dit gebied van de heer werd het domein genoemd

Slide 14 - Diapositive

Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer

Slide 15 - Quiz

De horige
De boeren op het domein waren geen slaven
Maar ze waren ook niet echt vrij
Zo mochten ze bijvoorbeeld niet weg zonder toestemming
Deze halfvrije boeren noemen we horigen
Komt van het oude woord "ghehorich" wat gehoorzamen betekent. Horigen waren dus gehoorzaam (aan de heer)

Slide 16 - Diapositive

Wat is geen reden om horige te worden?
A
Armoede
B
Vrijheid
C
Honger
D
Onveiligheid

Slide 17 - Quiz

Wat zijn horigen?
A
Boeren die op het gebied van de graaf werken.
B
Boeren die hun eigen stuk land hebben.
C
Ridders die voor de graaf vechten
D
Boeren met een uitstekend gehoor.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Waarom horige worden?
De boeren kozen er vaak voor om horige te worden
Dit deden ze omdat het een onveilige en arme  tijd was
De heer kon de boeren beschermen
In ruil daarvoor deden ze klusjes voor de heer: herendiensten
Hij had wapens en een burcht (kasteel)

Slide 20 - Diapositive

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 21 - Diapositive

Het hofstelsel
Het domein werd soms ook wel het hof genoemd
De horigen werkten dus op het hof van de heer
Daarvoor gaf de heer bescherming op het hof
Deze afspraak noemen we het hofstelsel

Slide 22 - Diapositive

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 23 - Diapositive

De eerste kastelen waren gemaakt van...
A
Steen
B
Hout
C
Beton

Slide 24 - Quiz

Waar werden de kastelen voor gebouwd?
A
Voor bescherming
B
Om lekker te wonen
C
Om te laten zien hoe rijk je bent.
D
Voor de koning

Slide 25 - Quiz

Wat was het doel van een kasteel?
A
Zorgen dat de graaf genoeg te eten had.
B
Zodat koeien een goede droge plek hadden.
C
Zorgen dat rovers een schuilplek hadden.
D
Zorgen dat mensen een veilige plek hadden.

Slide 26 - Quiz

Waarom moest er in een kasteel veel voedsel zijn?
A
Vanwege de hoge belastingen
B
Zo kan je het tijdens een aanval langer vol houden
C
Vanwege de grote feesten van de heer
D
Dit was om de horigen eten te geven

Slide 27 - Quiz

Van wie was het land, het vee en het kasteel?
A
Van de mensen zelf.
B
Van niemand.
C
Van de landheer.
D
Van Ollie B. Bommel.

Slide 28 - Quiz

Vul aan:
Een kasteel werd vaak op een heuvel gebouwd omdat ...
A
...je dan van ver vijanden aan kon zien komen. Dan kon je je makkelijker beschermen.
B
...je dan van ver vrienden aan kon zien komen. Dan kon je je makkelijker beschermen.
C
...je dan van dichtbij vijanden aan kon zien komen. Je kon je dan makkelijker overgeven.
D
...je dan van dichtbij vrienden aan kon zien komen. Je kon je dan sneller voorbereiden op hun komst.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Begrippen 
  • domein
  • heren
  • horigen 
  • hofstelsel
  • herendiensten
  • stand
  • privileges
  • heerlijke rechten 

Slide 31 - Diapositive

Filmpje
Horigen

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Een horige is een
A
Boer die geen eigen grond had
B
Een boer die vrij was

Slide 34 - Quiz

Hoe noemen we de werkjes die de horigen moesten doen?
A
Ridderwerken
B
Herendiensten
C
Herenwerken
D
Ridderdiensten

Slide 35 - Quiz

De 3 standen in de middeleeuwen zijn
A
Boeren, geestelijken en edelen
B
Boeren, advocaten en koningen
C
Geestelijken, burgers en ridders
D
Edelen, reizigers

Slide 36 - Quiz

Wat hoorde niet bij de plichten van een horige boer?
A
het betalen van pacht
B
het beschermen van de heer in tijden van oorlog
C
het blijven wonen op het domein
D
het verrichten van herendiensten

Slide 37 - Quiz

Hofstelsel = boeren krijgen bescherming in ruil voor grond, voedsel en klusjes.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 38 - Quiz

Alleen de boeren moesten belasting betalen, adel en geestelijken niet.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Geen belasting hoeven betalen is een voorbeeld van een privilege.
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz

Maken:
Maak taak 12, opdrachten 5 t/m 10

Slide 41 - Diapositive