8.2 Toonhoogte en frequentie

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • kan ik de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.
  • kan ik uitleggen wat de frequentie van een trilling is
  • kan ik het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.
  • kan ik in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon bepalen.
  • kan ik het frequentiebereik van het menselijke gehoor benoemen.

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 2 - Diapositive

Begrippenlijst

  • frequentie
  • frequentiebereik
  • microfoon
  • oscilloscoop
  • stemvork
  • trillingstijd

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 3 - Diapositive

Toonhoogte
De hoogte van een toon hangt af van drie dingen: 
Opdracht
Bekijk de twee filmpjes en beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is de variabele (verschil) in het filmpje (kijk naar het muziekinstrument)
2. Wat doet dit met de toonhoogte? (hoe hoog is het geluid)
3. Welke conclusie kun je hier aan trekken?



Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Toonhoogte
De hoogte van een toon hangt af van drie dingen: 
  1. De dikte van de snaar
  2. De lengte van de snaar
  3. De spanning van de snaar
  • Hoe dikker de snaar, hoe lager de toon
  • Hoe langer de snaar, hoe lager de toon
  • Hoe lager de spanning, hoe lager de toon



Onthouden! 



Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 7 - Diapositive

Welk instrument maakt de hoogte tonen?
A
viool
B
altviool
C
cello
D
contrabas

Slide 8 - Quiz

Welk instrument maakt de laagste tonen?
A
viool
B
altviool
C
cello
D
contrabas

Slide 9 - Quiz

Welke snaar maakt de laagste tonen?
A
snaar E
B
snaar D
C
snaar G
D
snaar B

Slide 10 - Quiz

Welke snaar maakt de hoogte tonen?
A
snaar A
B
snaar D
C
snaar G
D
snaar B

Slide 11 - Quiz

Oscilloscoop






Een oscilloscoop laat geluidsgolven zien op een scherm


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 12 - Diapositive

Frequentie
Frequentie (f) is het aantal trillingen per seconde
De eenheid van frequentie is Hertz (Hz)

Trillingstijd 
Trillingstijd (T) is de tijd die nodig is voor 1 golf
De eenheid van trillingstijd is s






Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 13 - Diapositive

Oefenen
Wat is de frequentie
van de golf?







Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 14 - Diapositive

Oefenen
Wat is de frequentie
van de golf?







Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 15 - Diapositive

Het frequentiebereik van je gehoor
Bekijk het volgende filmpje op de volgende slide en beantwoord de vragen
1. Tussen welke frequenties hoor je iets?
2. Wat gebeurt er met de trillingstijd naarmate de frequentie hoger wordt?
3. Wat gebeurt er met de toonhoogte naarmate de frequentie hoger wordt?
4. Welke conclusie kun je hieruit trekken?

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 16 - Diapositive

Het frequentiebereik van je gehoor


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 17 - Diapositive

Onthouden

Hoe groter de frequentie, hoe hoger de toon
Hoe kleiner de frequentie, hoe lager de toon

Het frequentiebereik van je gehoor ligt tussen de 20 en 20 000 Hz
  • Geluiden onder de 20 Hz noem je infrasoon
  • Geluiden boven de 20 000 Hz noem je ultrasoon
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
Check?
 Ik kan de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.
 Ik kan uitleggen wat de frequentie van een trilling is
 Ik kan het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.
 Ik kan in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon bepalen.
 Ik kan het frequentiebereik van het menselijke gehoor benoemen.

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 19 - Diapositive

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie
Aan de slag!
Lezen §8.2 (blz. 191 t/m 193)
Maken opdrachten §8.2 (1 t/m 13)
Aan de slag!
Lees 8.2 en 8.3 en maak
vanaf blz. 197
8.2 1 tot en met 7
8.3 1 tot en met 17
Ik kan de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.
Ik kan  uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Ik kan het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.
Ik kan  in een oscilloscoop beeld de trillingstijd van een toon bepalen.

Slide 20 - Diapositive

Wat vond jij van de LessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Hoeveel leerdoelen beheers jij?
05

Slide 22 - Sondage