P3, week 5, Lezen 1.2 doel en publiek herh.

Tekstdoel en publiek
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tekstdoel en publiek

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
  • wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken
  • en voor wie de tekst bedoeld is. 

Slide 2 - Diapositive

Ik ken de vijf tekstdoelen
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Niet alle vier

Slide 3 - Quiz

Welke is GEEN tekstdoel?
A
Informeren
B
Fantaseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?
A
artikel, tijdschrift, krant, recept
B
informeren, instrueren, overhalen, overtuigen

Slide 5 - Quiz

Noem 4 tekstdoelen

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 7 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 9 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 11 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 13 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?

Slide 14 - Question ouverte

Publiek
Een tekst richt zich tot lezers.  Die lezers noemen we publiek. 
Breed publiek (bijv. algemeen onderwerp voor alle volwassenen en jongeren)
Gerichte doelgroep (bijv. toeristen, studenten)
Een kleine groep mensen of één persoon (leden van een sportvereniging of een kaart naar je oma).

Slide 15 - Diapositive

Om erachter te komen voor welk publiek een tekstt geschreven is
Om erachter te komen voor welk publiek een tekst geschreven is, moet je letten op:

  • Onderwerp
  • Inhoud
  • Taalgebruik
  • Plaats van publicatie
  • Lay-out

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Vragen?

Slide 18 - Diapositive

Zelfstudie
Maak nu extra opdracht 1, 2 en 3

Slide 19 - Diapositive

Afsluiting
  • Lesdoelen behaald?
  • Feedback

Slide 20 - Diapositive