Enquete maken

Enquêtes maken
Hoe maak je een enquête? 
En hoe moet ik de enquête opnemen in mijn onderzoek?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Enquêtes maken
Hoe maak je een enquête? 
En hoe moet ik de enquête opnemen in mijn onderzoek?

Slide 1 - Diapositive

Wanneer spreek je van een goede enquête?

Slide 2 - Question ouverte

Enquête 
Inleiding/ voorwoord op Enquete schrijven
1. Voorbereiding & enquete opzet maken
2. Vraagstelling van de enquête
3. Schaling van de enquête
4. Controle en uitvoeren van de enquete
5. Websites
Het interview 


Slide 3 - Diapositive

Inleiding enquête
Begin je enquete met een woord vooraf of inleiding:
- waarin je je voorstelt
- de aanleiding
- de onderzoeksvraag
- duur van de enquete
- hoe inleveren; waar en voor wanneer?
- beschrijf de terugkoppeling van de uitkomst

Slide 4 - Diapositive

1. Voorbereiding & enquête opzet maken
1. Bepaal eerst:  Wat wil je weten? Wat wil je bereiken? En heel belangrijk hoe wil je de resultaten analyseren?

2. Vertaal de onderzoeksvraag naar een aantal punten en werk deze punten uit in een aantal concrete vragen.

3. Wat betreft de indeling van de enquête, begin met de meest relevante en interessante enquêtevragen, welke het belangrijkste? Demografische en persoonlijke vragen komen dus achteraan! (vraag naar functie/ leeftijd/ afdeling/locatie)

Slide 5 - Diapositive

5. Bepaal hoe lang (tijd) de enquête mag duren, maak de enquête vooral niet te lang!
 
6. Verdeel vragen over diverse groepen of categorieën.

7. Zorg ervoor dat de enquêtevragen alle benodigde antwoordcategorieën afdekken. Houd dus bij het opstellen steeds uw doelstellingen in de gaten!

8. Laat ruimte vrij op het einde van de enquête voor eventuele opmerkingen, dit vinden sommige respondenten prettig, daarnaast kan het u nieuwe inzichten geven over het desbetreffende onderwerp

Slide 6 - Diapositive

2. Vraagstelling van de enquête
1.  Gebruik duidelijke omschrijvingen en vermijd moeilijke of onduidelijke omschrijvingen zoals ‘dynamisch’, ‘innovatief’, etc. 
2. Vermijd het gebruik van dubbele ontkenningen.
3. Zoveel mogelijk multiple choice vragen.
4. Zoveel mogelijk dezelfde antwoordschaal
niet - matig - voldoende - goed / 1-2-3-4-5
5. Vraag maar één ding tegelijk.
6. Geen suggestieve vragen


Slide 7 - Diapositive

3. Schaling van de enquête

1. gebruik altijd evenveel positieve als negatieve antwoordmogelijkheden.

Bijvoorbeeld een 4 puntschaal.

1 = helemaal mee oneens
2 = mee oneens
3 = mee eens
4 = helemaal mee eens
of

5 puntschaal.
1= helemaal mee oneens
2=mee oneens
3= niet eens/niet oneens
4= mee eens
5= helemaal mee eens


Meer antwoordmogelijkheden worden vaak gebruikt om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de respondent.

Houd er rekening mee dat respondenten vaak niet kiezen voor uitersten. Hier zijn een aantal manieren voor, om dit tegen te gaan, bijvoorbeeld door geen neutrale antwoordmogelijk te geven, zo wordt de respondent gedongen een keuze te maken 

Slide 8 - Diapositive

 6.Zorg ervoor dat de enquêtevragen gemakkelijk (met de computer) te verwerken zijn (zie websites)

7. Houd rekening met de context waarin de enquêtevragen gesteld worden.
8. Houd er rekening mee dat bepaalde enquêtevragen gevoelig liggen.
9. Formuleer de vragen niet te persoonlijk of bedreigen.

Slide 9 - Diapositive

Websites - enquetes maken
- Google Forms

- Microsoft Forms

- Surveymonkey.com

-Survio.com

Slide 10 - Diapositive

Maak een enquetevraag -meerkeuzeopties

Slide 11 - Question ouverte

Maak een enquetevraag -
antwoordschaal

Slide 12 - Question ouverte

Interview
Je kunt ook kiezen voor het afnemen van interviews
- spreek vooraf af welke vragen je gaat stellen
- maak na het interview gelijk een samenvatting
- maak afspraken over de verwerking van de uitkomsten
- vraag toestemming voor het noemen van naam en functie

Slide 13 - Diapositive

Deelopdracht 4
  • Bij deze deelopdracht staat kennisdeling met collega's centraal.
  • Bedenk een creatieve manier om de opgedane kennis over de nieuwe ontwikkeling te delen met collega's.
  • Maak het creatieve eindproduct.
  • Maak een feedbackformulier voor collega's over de nieuwe ontwikkeling en de manier waarop je jouw kennis hebt gedeeld.

Slide 14 - Diapositive

Afronding beroepsopdracht
Bespreek met collega's je creatieve eindproduct en ga in gesprek over het gekozen thema. 
Bespreek vervolgens wat jullie als team met de nieuw opgedane kennis gaan doen.
Na afloop bespreek je met je werkbegeleider:
  • De manier waarop je informatie hebt verzameld
  • In hoeverre je passend taal-en woordgebruik hebt toegepast tijdens het bespreken van je eindproduct
  • In hoeverre je jouw kennis en expertise begrijpelijk hebt overgebracht
  • Hoe je de besproken kennis en visie t.a.v. het thema hebt besproken binnen het team en dit hebt gebruikt om tot verbeteringen in het werk te komen 
  • Hoe je hebt bereikt dat het team met elkaar heeft besproken wat jullie gaan doen met de opbrengst van de kennisdeling



Slide 15 - Diapositive

Beoordelingscriteria
  • De student vertelt op welke manier hij informatie heeft verzameld*
  • De student heeft passend taal-en woordgebruik toegepast tijdens het bespreken van zijn creatief eindproduct. *
  • De student heeft zijn eigen kennis en expertise begrijpelijk overgebracht.*
  • De student vertelt hoe hij zijn kennis en visie t.a.v. het thema heeft besproken binnen het team en hoe hij dit heeft heeft gebruikt om tot verbeteringen in het werk te komen *
  • De student vertelt hoe hij heeft bereikt dat het team heeft besloten wat ze gaan doen met de opbrengst van de kennisdeling. *











Slide 16 - Diapositive

Op welke creatieve manier(en) kan ik dit onderzoek delen en feedback vragen?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Lien