Hoofdstuk 4, paragraaf 3

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 6

Hoofdstuk 4, paragraaf 3

Je weet hoe zwevende wisselkoersen werken

Welke muntsoorten ken je (bij welk land?)

Wisselkoers

De prijs van bijvoorbeeld €1, uitgedrukt in een andere muntsoort.

€1 = $ 1,15 --> Wisselkoers euro in dollar

$1 = 50Yen -->Wisselkoers dollar in Yen

1 P = € 0,90--> Wisselkoers pond in euro

Wisselkoers 

De wisselkoers is de prijs van een munt

De wisselkoers (prijs) kan veranderen door het vraag- en aanbodmechanisme. 

Stijgt de koers? --> Appreciatie

Daalt de koers? --> Depreciatie

Koers omzetten

€1,- = $1,15

De koers van de dollar moet je kunnen berekenen:

€1,- / 1,15 = 0,87

Dus $1,- = €0,87

2022: €1,- = $1,15
2023: €1,- = $1,30
Bereken het verschil in €'s bij een cocktail van $10

Vraag naar een munt (€)

Landen zonder € zorgen voor vraag naar €:

- Amerikanen importeren tulpen uit NL

- China importeert machines van ASML (NL bedrijf)

- Thailand koopt bier uit Duitsland

Veel vraag uit buitenland zorgt voor een appreciatie (koersstijging)

Aanbod van €

Wanneer landen met de € iets kopen in het buitenland, bieden zij €'s aan:

- A6.econ1 gaat morgen een weekend naar London 

- NL importeert whiskey uit schotland

- Spanje importeert bananen uit Colombia

Meer import dan export? Meer aanbod van € dan vraag. Koers?

Zwevende wisselkoersen

Wisselkoersen die volledig worden bepaald door vraag en aanbod. De markt bepaalt de prijs. 

2022: €1,- = $1,15
2023: €1,- = $1,30
Bereken de procentuele verandering van de koers van de dollar.

Oorzaak - gevolg. Bespreken:

Invloed hoge inflatie in Europa op koers €.

Rente in €-land stijgt --> Gevolg koers €.

Wisselkoers € stijgt --> Gevolg economische groei europa

Uitwerkingen

Invloed hoge inflatie in Europa op koers €.

Inflatie --> Buitenland koopt hier minder --> Minder vraag naar € --> koers € daalt

Rente in €-land stijgt --> Gevolg koers €.

Rente € stijgt --> Lokt buitenlandse beleggers --> Vraag € stijgt --> koers € stijgt. 

Wisselkoers € stijgt --> Gevolg economische groei Europa

€ is duur --> Buitenland koopt hier minder --> Minder productie --> Minder werkgelegenheid

Voor volgende les:

Hfst 4, paragraaf 1, vraag 1,2,3,5

Hfst 4, paragraaf 2, vraag 1,2,3,4,5

Hfst 4, paragraaf 3, vraag 1,2,3,4,7