6.1 Thuis met elkaar

H6 Thuis in je huis
Basisstof 1:
Thuis met elkaar
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

H6 Thuis in je huis
Basisstof 1:
Thuis met elkaar

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
- Je kunt verschillende manieren benoemen waarop mensen leven. 
- Je kunt verschillen noemen tussen vroeger en nu. 
- Je kunt uitleggen wat emancipatie inhoudt. 
- Je kunt uitleggen wat zorgtaken zijn.
- Je kunt het begrip rolgedrag uitleggen. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een huishouden
=
groep mensen die samenwonen
Huishouden kan ook zijn de werkzaamheden in huis

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende soorten huishoudens
- lat-relatie
- alleenstaand (singel)
- gehuwd samenwonen
- ongehuwd samenwonen
- 2 vrienden of zussen/broers
- gezin
- eenoudergezin
- samengesteld gezin
- grootfamilie
- woongroep

Samenleven = de meeste mensen wonen met andere mensen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie vorm jij een huishouden?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

eenoudergezin
gehuwd samenwonen
gezin
groot familie
samengesteld gezin
ongehuwd samenwonen
woongroep
Ahmet woont samen met zijn broertjes en opa en oma
Anita woont bij haar ouders en haar zusje
Anouk woont bij haar moeder.
Henk en Ans wonen al 5 jaar samen
Bert en Lina zijn getrouwd maar hebben geen kinderen
Noortje, Quinten,Lola en Wim wonen in 1 huis. Ze hebben geen relatie maar doen wel samen het huishouden
Rob woont samen met zijn moeder en stiefvader

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENLEVING
VROEGER

Waren veel gezinnen hetzelfde
* werkende vader
* huishouden voor moeder
* meer kinderen per huishouden
* opa en oma woonden vaak bij eigen kinderen in
NU
* meer vrouwen werken
* mannen meer bezig in huishouden
* minder kinderen (kleinere gezinnen)

* meer eenoudergezinnen
* meer alleenstaanden
* oudere mensen wonen vaker alleen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oudere mensen hebben wel eens hulp nodig
Soms van kinderen of kleinkinderen  (mantelzorg)
Soms van de thuiszorg 
Thuiszorg = hulp aan huis 
(schoonmaken, verzorgende taken)

Aanleunwoningen: huizen vlak bij verzorgingshuis, ouderen kunnen er met hulp op afstand zelfstandig blijven wonen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RECHTEN:  wat je wel of niet MAG doen
VROUWEN EN MANNEN HEBBEN IN NEDERLAND DEZELFDE RECHTEN
PLICHTEN: wat je wel of niet MOET doen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

EMANCIPATIE 

Bij emancipatie krijgen verschillende groepen mensen dezelfde rechten
   Vrouwenemancipatie (gelijke rechten als de man)
- vrouwen mogen nu studeren, in militaire dienst, stemmen
gelijke rechten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrouwen hebben recht op hetzelfde loon als mannen
A
Niet waar
B
Wel waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mogen meisjes voortaan in Militaire dienst?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgtaken
In het huishouden is veel te doen:
  • Koken
  • Wassen
  • Boodschappen doen
  • Vuilnis buiten zetten
  • Voor de kinderen zorgen
  • Schoonmaken 
  • Enz enz
Weet jij nog iets anders?
Zorgtaken = alles waarvoor in het huishouden wordt gezorgd. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht zorgtaken
De docent noemt een aantal zorgtaken die je in het huishouden kunt doen. 
Je steekt het blauwe blaadje omhoog als je denkt dat alleen mannen het doen en het roze blaadje als je denkt dat alleen vrouwen deze taak doet. Denk je dat allebei de geslachten dit kan doen dan doe je je rode blaadje omhoog 

Slide 15 - Diapositive

Taken die je voorleest (blz 65 opdracht 6) zijn:
  • koken
  • boodschappen doen
  • band plakken
  • Afwassen en afdrogen
  • stofzuigen
  • wc schoonmaken
  • ontbijt klaarmaken
  • rekeningen betalen
  • geld verdienen
  • de baby de fles geven
  • de baby verschonen
  • voor de kinderen zorgen
  • kinderkleding kopen
  • kinderen straf geven
  • kinderen helpen met huiswerk
  • ouderavond op school bezoeken
Rolgedrag
Mannen en vrouwen doen precies wat er van ze verwacht wordt (van hun rol wordt verwacht maar dit is ook aangeleerd)

* zorgzame moeder * stoere kerel
* jongens mogen niet huilen * meisjes moeten met poppen spelen

Vrouwen werken over het algemeen meer deeltijd. Hoe komt dat? En wat betekent aangeleerd?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mannen
Vrouwen
Leidster kinderopvang
Metselaar
Secretaresse
Timmerman
Vrachtwagenchauffeur
Verpleegkundige in ziekenhuis

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf maken
Maak test jezelf opdracht 18 op bl 73 en 74

Heb je de opdracht af, kom je bij mij en dan kijken we die samen na. 
Je hebt hier 10 minuten de tijd voor
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions