4.1 Rivieren algemeen

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Functies van
rivieren?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

4.1 Rivieren
Van hoeveel begrippen weet je de betekenis? Er staan 22 begrippen genoemd.

waterscheiding-stroomstelsel-stroomgebied
lengteprofiel-boven/midden/benedenloop
gletsjerrivier-regenrivier-gemengde rivier
debiet-regiem-verval-verhang
vertragingstijd-verstening-ontbossing
doodtij-springtij
erosie-transport-sedimentatie

Slide 12 - Diapositive

Van hoeveel begrippen ken je de betekenis?

Slide 13 - Question ouverte

Fluviaal schaalniveau

Slide 14 - Diapositive

Stroomgebied
Een stroomgebied (1) wordt begrensd door de waterscheiding (2).

De neerslag wordt afgevoerd door het stroomstelsel (3).

Slide 15 - Diapositive

Lengteprofiel
1. Bovenloop
2. Middenloop
3. Benedenloop

Slide 16 - Diapositive

Wat is het verval van een rivier?
A
hoeveelheid water (m³/s)
B
stroomsnelheid (m/s)
C
verticaal hoogteverschil langs de rivier (m)
D
helling van de rivier (m/km)

Slide 17 - Quiz

Verhang
Het verhang (of helling) van de rivier bereken je door het hoogteverschil(verval) te delen door de lengte langs de rivier.

Slide 18 - Diapositive

Stroomsnelheid
Hoe groter het verhang, hoe hoger de stroomsnelheid van een rivier.

Slide 19 - Diapositive

In de bovenloop is het verhang groot. Welk proces treedt hier op?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Hoe noem je de hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaald moment (in m3/s)?

Slide 22 - Question ouverte

Verklaring verschillen in debiet?

Slide 23 - Diapositive

Welk type rivier (herkomst water) is de Maas?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Smeltwaterrivier
D
Gemengde rivier

Slide 24 - Quiz

Type rivier (herkomst water)
1. Gletsjerrivier (=smeltwaterrivier)
2. Regenrivier
3. Gemengde rivier
Regenrivier
De rivier ontvangt niet het gehele jaar door smeltwater. De bron ligt dus niet hoog genoeg.
Gletsjerrivier
Hoog in de bergen bij de bron bestaat het rivierwater grotendeels uit smeltwater. Dit deel van de rivier mag je een gletsjerrivier noemen.
Gemengde rivier
De gletsjerrivier hoog in de bergen is inmiddels aangevuld met regenwater. Nu spreken we over een gemengde rivier.

Slide 25 - Diapositive

In welke periode heeft een gletsjerrivier de hoogste afvoer (piekafvoer)?
A
januari-maart
B
april-juni
C
juli-september
D
oktober-december

Slide 26 - Quiz

Regiem
Het regiem van de rivier is de waterafvoer door het jaar heen.
Gletsjerrivier

Slide 27 - Diapositive

Regenrivier
Gemengde rivier
Opvallend
De afvoer van de rivier is in de zomer het laagst terwijl de neerslag door het jaar heen constant is.

Slide 28 - Diapositive

Geef een reden waarom de afvoer van de rivier in de zomer lager is terwijl dan de meeste neerslag valt?

Slide 29 - Question ouverte

Vertragingstijd
Neerslag in een stroomgebied komt in de rivier terecht en er treedt een piekafvoer op ==> vertragingstijd

Wat gebeurt er met de piekafvoer wanneer verstedelijking/verstening/ ontbossing optreedt?

Slide 30 - Diapositive

Na verstening/ontbossing zal de piekafvoer in de rivier.....
A
Later komen en groter zijn
B
Eerder komen en kleiner zijn
C
Later komen en kleiner zijn
D
Eerder komen en groter zijn

Slide 31 - Quiz

Vertragingstijd
Bij verstedelijking/verstening/ ontbossing: 
- piekafvoer komt eerder
- piekafvoer is hoger

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Het water dreigt!
Extra gevaar bij een combinatie van:
- springtij
- storm
- piekafvoer rivieren

waterstand zee > rivier

Gevolg: rivieren kunnen water niet meer op zee lozen

Slide 35 - Diapositive

Bij welke windrichting is de dreiging van overstromingen door rivieren het grootst?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive