9 februari - PV in samengestelde zin

Welkom!
Lezen
PV in samengestelde zin
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Lezen
PV in samengestelde zin

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de persoonsvorm

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan koopt morgen nieuwe kleren bij de Hema.
A
Jan
B
koopt
C
morgen
D
Hema

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel uren ga jij nog aan het project besteden?
A
hoeveel
B
uren
C
ga
D
besteden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weten jullie het nog....?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoudig en samengestelde zin

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen

- hebben meerdere pv's


Een enkelvoudige zin heeft maar 1 pv, een samengestelde zin heeft meer pv's

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen



Hoofdzin + Bijzin (+Bijzin)

Hoofdzin + Hoofdzin



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin (HZ)

- staat onderwerp en persoonsvorm naast elkaar

- de persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats


Voorbeeld:

Alle boeken van Harry Potter zijn beroemd

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijzin (BZ)

- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kunnen wel andere zinsdelen staan, maar dit hoeft niet

- De persoonsvorm staat vaak achter in de bijzin


Voorbeeld:

Weet je al of we vanavond uit eten gaan?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 11 - Quiz

Verander tijd: 'Ik was moe en had geen zin om te gaan trainen'.

'Ben' en 'heb' veranderen, dus 2 persoonsvormen, dus samengestelde zin. 

Merk op dat in allebei de zinnen het onderwerp naast de persoonsvorm staat. Het zijn dus allebei hoofdzinnen. 
Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Petra wil graag met haar moeder tennissen'
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin of bijzin?

'Ik ga morgen naar de kapper.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 13 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?

'... als ik mijn pianoles kan afzeggen.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 14 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Werk OP FLUISTERTOON verder aan de opdrachten van H5

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions