Les 3 Alcohol

Les 3 Alcohol
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 3 Alcohol

Slide 1 - Diapositive

Wat is Alcohol?

Slide 2 - Question ouverte

Wist je dat...
Mensen maken al sinds 5000 jaar alcoholhoudende dranken om te gebruiken tijdens rituelen en feesten. 
Alcohol drinken is heel gewoon in onze samenleving. 
Toch heeft alcohol drinken risico’s. In dit stuk geven we uitleg over alcohol.

Slide 3 - Diapositive

Hoe ontstaat er alcohol?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe wordt alcohol gemaakt?
Alcohol ontstaat als fruit, graan of andere natuurproducten gaan gisten. Gist zet de suiker uit het graan of fruit om in alcohol. Zo ontstaat bijvoorbeeld bier uit gerst en wijn uit druiven. De temperatuur en de hoeveelheid suiker bepalen hoe snel en hoe veel alcohol er ontstaat. Natuurlijke gisting stopt bij 15% alcohol. Zo zit in bier meestal 5% en in wijn 12% alcohol.

Slide 5 - Diapositive

Welke effecten heeft alcohol op ons gedrag?
Wat doet alcohol met jou?

Slide 6 - Question ouverte

Alcohol kan .................
hebben op je gedrag.

Slide 7 - Question ouverte

Ik heb al eens alcohol gedronken

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn de risico's van alcohol, denk je?

Slide 9 - Question ouverte



Wat zijn voordelen van het drinken van alcohol? 
Les: Alcohol

Slide 10 - Question ouverte



Wat zijn nadelen van het drinken van alcohol, denk je? 
Les: Alcohol 

Slide 11 - Question ouverte

Is alcohol verslavend?

Slide 12 - Carte mentale

Alcoholgebruik kan verslavend worden!
Bij langdurig gebruik van alcohol kunnen de hersenen zich aanpassen en worden de hersenen minder gevoelig voor dopamine. Er wordt minder dopamine vrijgemaakt door eenzelfde hoeveelheid alcohol. Om hetzelfde effect te ervaren zal steeds meer alcohol gebruikt moeten worden, dit wordt ook wel tolerantie genoemd. Hierdoor ontstaat een verslaving aan alcohol!

Slide 13 - Diapositive

'beneveld' is een ander woord voor
A
een mildere vorm van dronken zijn
B
enorm dronken zijn
C
niet helder kunnen zien ten gevolge van drank
D
beneveld zijn heeft niets met alcohol te maken

Slide 14 - Quiz

Vanaf welke leeftijd mag je alcohol drinken?
A
16 jaar
B
18 jaar
C
21 jaar
D
23 jaar

Slide 15 - Quiz

Onder de leeftijd van 18 jaar is het strafbaar om alcohol bij je te hebben op openbare plekken.
Je kunt dan een boete krijgen.
A
waar
B
niet waar
C
dat ligt aan de situatie
D
dat ligt aan de plaats

Slide 16 - Quiz

In malt bier zit geen alcohol.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Hoe hoog is de boete bij de verkoop van alcohol aan iemand onder de 18 jaar?

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent promillage?

Slide 19 - Question ouverte

Mag je met alcohol op rijden in het verkeerd? (auto)

Slide 20 - Question ouverte

Mag een scooterrijder net zoveel promillage in het bloed hebben als een automobilist?

Slide 21 - Question ouverte

Voor voetgangers geldt geen wettelijke alcohollimiet. Toch kan de politie voor openbare dronkenschap van een voetganger wel een proces-verbaal maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Het gewicht van een persoon speelt ook een belangrijke rol. Hoe lichter de persoon is, hoe hoger het promillage alcohol bij hetzelfde aantal glazen.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van veel naar minder alcoholpromillage?
A
wijn-wodka-bier-tequila
B
wodka-tequila-bier-wijn
C
nier-wodka-wijn-tequila
D
tequila-wodka-wijn-bier

Slide 24 - Quiz

0,5 promille is ongeveer
1 glas bier voor een vrouw of
2 glazen bier voor een man
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Kun je 0.0 bier kopen onder de 1 jaar?
A
Nee, want het wordt met bier geassocieerd. Dat mag niet.
B
Ja, in alcoholvrij bier zit geen alcohol, daarom mag iedereen het kopen en drinken. Er is geen legitimatiebewijs voor nodig.

Slide 26 - Quiz

Rijden onder invloed van alcohol (en/of drugs) is een verkeersmisdrijf. Een bestuurder die gepakt wordt voor rijden onder invloed kan door het Openbaar Ministerie als straf een geldboete en/of een ontzegging van de rijbevoegdheid krijgen.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

De meeste verzekeraars hebben een bepaling in de polisvoorwaarden opgenomen waarin staat vermeld dat schade veroorzaakt terwijl de bestuurder onder invloed van alcohol verkeerde niet is verzekerd.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat is een alcoholvergiftiging?

Slide 29 - Question ouverte

Hoe ontstaat een alcoholvergiftiging, denk je?

Slide 30 - Question ouverte

Wat zijn klachten bij alcoholvergiftiging, denk je?

Slide 31 - Question ouverte

Jongeren krijgen bij een veel lager promillage dan volwassenen een alcoholvergiftiging. Doordat ze nog niet volgroeid zijn en nog weinig wegen, zitten ze ook al snel in de gevarenzone.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Vrouwen krijgen na gebruik van eenzelfde hoeveelheid alcohol een hoger promillage dan mannen. Zij hebben minder lichaamsvocht dan mannen waardoor zij bij dezelfde hoeveelheid alcohol sneller een hoger promillage hebben.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat zijn symptomen van een alcoholist, denk je?

Slide 34 - Question ouverte

Wist je dat...
In 2014 belandden 783 jongeren onder de 18 jaar in het ziekenhuis voor een alcoholvergiftiging. 
De gemiddelde leeftijd was 15,3 jaar.

Slide 35 - Diapositive

Les 3. Opdrachten
Werk de volgende opdrachten netjes uit.
Dit zijn inleveropdrachten. Bewaar ze dus goed en volledig uitgewerkt op de laptop.
Je vindt de opdrachten ook op blz. 9 van je reader.

Slide 36 - Diapositive

Les 3. Opdracht 1. Zoek uit...
- Zoek uit wat de 5 meest populaire alcoholhoudende drankjes zijn onder jongeren.
- Leg daarnaast uit - van elke drankje - wat het is en hoe hoog het alcoholpercentage is. 
- Vertel ook hoelang het duurt voor één glas weer uit je bloed is verdwenen. 

Slide 37 - Diapositive

Les 3. Opdracht 2. Zoek uit...
- Zoek uit wat de lichamelijke risico's (bijvoorbeeld voor de hersenen) zijn van overmatig alcoholgebruik op korte termijn én ook na jaren.

Slide 38 - Diapositive

Les 3. Opdracht 3. Zoek uit...
Er zijn ook andere risico's - dan de lichamelijke risico's - aan veel drinken verbonden. 
- Geef 5 voorbeelden van andere risico's dan lichamelijke risico's.
- Leg elk voorbeeld steeds goed en duidelijk uit.

Slide 39 - Diapositive

Les 3. Opdracht 4. Zoek uit...
- Zoek uit wat de negatieve gevolgen kunnen zijn van eenmaal of tweemaal per week heel veel drinken tijdens bijvoorbeeld het uitgaan.

Slide 40 - Diapositive

Les 3. Opdracht 5. Zoek uit...
- Zoek uit wat de kenmerken zijn van alcoholverslaving. 
Benoem deze.
- Wanneer ben je verslaafd?
- Wat is het percentage jongeren dat een alcoholprobleem heeft?

Slide 41 - Diapositive

Les 3. Opdracht 6. Zoek uit...
- Zoek uit wat "gezond" alcoholgebruik is:
- Hoeveel mag je dan drinken?
- Hoeveel alcohol mag je in je bloed hebben, als je achter het stuur van een auto stapt? En, op de fiets?

Slide 42 - Diapositive

Les 3. Opdracht 7. Zoek uit...
- Waar kun je in jouw gemeente terecht, als je een probleem hebt met alcohol? 
(zoek de site van jouw gemeente op voor info)
- Wat voor soorten hulp zijn er, en wat houdt dat in?

Slide 43 - Diapositive

Les 3. Reflectieverslag
Je vindt deze uitleg ook op blz. 9 van je reader.
Schrijf een individueel reflectieverslag. Geef in je reflectieverslag antwoord op de volgende vragen:

Slide 44 - Diapositive

Reflectieverslag Les 3 Vragen
1. Wat zijn de 4 belangrijkste dingen die je over alcoholgebruik hebt geleerd? Leg je antwoord steeds uit.
2. Ga je zelf altijd verstandig om met alcohol? Leg uit wat je wel en/og niet goed doet.
3. Ben je van plan om anders met alcohol om te gaan? Leg uit waarom wel/niet. 

Slide 45 - Diapositive

Einde les 3

Slide 46 - Diapositive