1. Jagers en Boeren

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

1. Jagers en Boeren

Quiz

Hoe kwamen jagers/verzamelaars aan hun spullen?

1. Die kochten ze in de winkel.
2. Door te ruilen met andere volken.
3. Die maakten ze zelf van materiaal uit de natuur.
4. Ze betaalden daar geld voor aan de baas.

Wat hoort bij een natuurgodsdienst?

1. Het geloof dat alle dieren goden zijn.
2. Het geloof dat de natuur door goden bestuurd wordt.
3. Het geloof in één god.

Waar woonden de jagers vroeger?

1. In een stenen huis
2. Op een boerderij
3. In een houten huis
4. In een tent van stro en dierenhuiden

Wat deden jagers/verzamelaars als het eten in de buurt op was?

1. Dan gingen ze zelf eten verbouwen.
2. Dan gingen ze op zoek naar een andere plek.

Wat was de taak van de mannen in de tijd van de jagers en verzamelaars?

1. voor de kinderen zorgen
2. brood bakken
3. vergaderen
4. jagen

Bij de jagers gingen de vrouwen mee op jacht.

1. Waar
2. Niet waar

Wat hoort NIET bij Jagers en verzamelaars

1. Vissen vangen
2. Paddenstoelen plukken
3. Eieren zoeken
4. Geiten houden

Jagers werden boeren.
Wat was de grootste verandering voor de jagers die boeren werden.

1. Ze joegen nooit meer op wilde dieren
2. Ze verzamelde eten in de natuur
3. Ze gingen op een vaste plek wonen
4. Ze hielpen elkaar om eten te krijgen

Wat is veeteelt?

1. Dat je van alles heel veel hebt
2. dat je alleen maar planten hebt
3. Dat mensen verhuizen
4. dat je dieren houdt voor bijvoorbeeld melk of om mee te werken

Wat is landbouw?

1. Jagers-verzamelaars worden boer
2. Graan en groenten verbouwen
3. Eten in de natuur verzamelen

Hoe heet dit gereedschap, dat de boeren gebruikten om te
snijden of steken?

1. De sikkel
2. De spintol
3. De maalsteen

In welke tijd leefden de jagers/boeren?

1. Oudheid
2. IJstijd
3. Archeologen
4. Prehistorie

Wat betekent prehistorie?

1. een verhaal vertellen
2. de tijd voordat mensen konden schrijven
3. bij een kampvuur zitten
4. de tijd van de Egyptenaren

Hoe doen de archeologen onderzoek naar het verleden?

1. Door boeken te lezen.
2. Door met mensen te praten.
3. Door in de grond te graven.
4. Door televisie te kijken.

Zonder archeologen hadden wij niks geweten over jagers en verzamelaars. Wat is een archeoloog?

1. Iemand die boeken leest over vroeger.
2. Iemand die rotstekeningen maakt over vroeger.
3. Iemand die in de grond graaft naar dingen van vroeger.
4. Iemand die verhalen verteld over vroeger.

Waar waren de hunebedden voor?

1. om op te liggen
2. Om speren mee te maken
3. Om mensen te begraven
4. Om een salto vanaf te maken

Hoe noem je de vondsten bij een opgraving?

1. bronnen
2. verzamelaars
3. resten
4. hunebedden