GYM 2 - woensdag 4-9 (bijv bep)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Pak je grammaticaboekje en schrift

Ga zitten volgens het zitplan

Planning

1. Lesdoel eerste deel
2. Bijvoeglijke bepaling: herhaling
3. Samen zinnen maken of zelf aan de slag
   
4. Hoe staan we er voor?
5. Korte pauze
6. Bespreken opdr. 1 & 2 Lezen (blz. 7 & 8)
7. Woordenschat herhaling
8. Maken opdrachten woordenschat
9. Huiswerk & taalvout

Lesdoel eerste deel:

Je weet na de les wat de bijvoeglijke bepaling is en hoe je deze kunt vinden in een zin.

Je weet weer welke tijden van de zin er zijn.

Waar zegt de bijvoeglijke bepaling iets over?

Stappen

1 - Ontleed de zin.

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos.

----------o       pv     nw deel       -----------------v

2 - Zoek het zelfstandig naamwoord per zinsdeel (let op: niet in alle zinsdelen zit een zelfstandig naamwoord). 

Je noteert kzn (kern zelfstandig naamwoord)

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos.

------------o  pv    nw deel        -----------------v

                   kzn                                                             kzn

3 - Zoek de bijvoeglijke bepaling per zinsdeel door de volgende vraag te stellen:

Welk/wat voor + [zelfstandig naamwoord]? 

Wat voor kat? oude -> bijvoeglijke bepaling

Wat voor bos? grote -> bijvoeglijke bepaling  

Je noteert ----> richting het kzn.

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos.

------------o   pv    nw deel         -----------------v

        ----> kzn                                                  -----> kzn

Let op! Het eerste zn van een woordgroep is het belangrijkste.

Ik | heb | twee dozen krijtjes.

                   ----->  kzn    <------

Zinnen samen behandelen

Keuze:

- Meedoen met de bespreking

- Snap je alles al? Zelfstandig aan de slag.

• Nakijken huiswerk met nakijkboekje.
• Aan de slag met tijden. Lees eerst:

https://www.jufmelis.nl/extra/werkwoordstijden-slepen/De-werkwoordstijden-(vier)

Klik 10daarna op 'acht verschillende tijden'

Maak ook de oefening.

• Kies de 15 moeilijkste zinnen van blad 7, 8 en 9 en ontleed ze (bep. van gesteldheid/dubbelverb. bep - blad 1/3 etc.)

Lesdoel eerste deel:

Je weet na de les wat de bijvoeglijke bepaling is en hoe je deze kunt vinden in een zin.

Je weet weer welke tijden van de zin er zijn.

Korte pauze!

Planning

1. Lesdoel eerste deel
2. Bijvoeglijke bepaling: herhaling
3. Samen zinnen maken of zelf aan de slag
   
4. Hoe staan we er voor?
5. Korte pauze
6. Bespreken opdr. 1 & 2 Lezen (blz. 7 & 8)
7. Woordenschat herhaling
8. Maken opdrachten woordenschat
9. Huiswerk & taalvout

Lesdoel tweede deel

• Je hebt opdracht 1 & 2 van Lezen nagekeken en kent je aandachtspunten voor het lezen van teksten.

• Je weet weer welke woordraadstrategieën er zijn en hoe je deze toepast.

Bespreken opdr. 1 & 2 Lezen (blz. 7 & 8)

Woordenschat

Welke woordraadstrategieën kun jij nog bedenken?

Wat zijn deze woorden van elkaar?
"defensief - verdedigen"

1. synoniemen
2. tegenstellingen
3. antoniemen
4. definities

Wat zijn deze woorden van elkaar?
"fysiek - geestelijk"

1. antoniemen
2. synoniemen
3. omschrijvingen
4. tegenstellingen

Welke strategie zie je hier?
Als je naar de context van een woord kijkt, let je altijd op de tekst om het woord heen.

1. Definitie
2. Bekend woorddeel
3. Voorbeeld
4. Omschrijving

Wat zijn onderstaande woorden van elkaar?
"antoniem - tegenstelling"

1. woorddelen
2. omschrijvingen
3. definities
4. synoniemen

Hoe is jouw woordenschat?
"slecht, redelijk, goed, zeer goed"

Aan de slag!

• Maak opdrachten 1, 2 en 3 van Woordenschat hf. 1 (blz. 20 t/m 22).

Is het lesdoel voor jou behaald? 

Ja/nee/gedeeltelijk, want ...

LESDOEL:

Je hebt opdracht 1 & 2 van Lezen nagekeken en kent je aandachtspunten voor het lezen van teksten.

Je weet weer welke woordraadstrategieën er zijn en hoe je deze toepast.

Volgende les

Huiswerk: 

• Maak opdrachten 1, 2 en 3 van Woordenschat hf. 1 (blz. 20 t/m 22).

• Aan de slag met tijden. Lees eerst:
  

https://www.jufmelis.nl/extra/werkwoordstijden-slepen/De-werkwoordstijden-(vier) 
Klik daarna op 'acht verschillende tijden' 
Maak ook de oefening. 

• Kies de 10 moeilijkste zinnen van blad 7, 8 en 9 en ontleed ze (bep. van gesteldheid/dubbelverb. bep - blad 1/3 etc.)