Licht & Kleur
1 / 19
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat geeft de meeste warmte?
A
Gloeilamp
B
Spaarlamp
Slide 4 - Quiz
Welke stelling is juist?
A
Licht is energie wat elk organisme op dezelfde manier ziet.
B
Hoe zwakker het licht, hoe warmer de energie is.
C
Een hond kan alle kleuren van de regenboog zien.
D
Licht is straling die waarneembaar is voor het menselijke oog.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn de primaire kleuren?
A
Rood, groen en blauw
B
Groen, geel en wit
C
Rood, geel en blauw
D
zwart en wit
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat gebeurt er als je de skittles in een rondje legt?
A
Er gebeurt niets.
B
De kleurstof stroomt naar de binnekant.
C
De skittles drijven uit elkaar
Slide 13 - Quiz
Wat is Mors code?
A
Communicatiecode
B
Een code voor een kluis.
C
Een ander woord voor het Griekse alfabet.
Slide 14 - Quiz
Wat gebeurt er als je met een pen door de verf gaat?
A
De kleuren mengen
B
De verf vervaagt en er gebeurt niks
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er als je een 2e prisma achter de lichtstraal zet?
A
De regenboog blijft staan en er gebeurt verder niks.
B
De regenboog verdwijnt weer en de lichtstraal wordt weer wit.
Slide 16 - Quiz
Wat vond je van de les?
Slide 17 - Carte mentale
Welk cijfer geef jij onze kist?
A
10
B
10
C
10
D
10+
