Ergonomisch werken

Ergonomisch werken.
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Ergonomisch werken.

Slide 1 - Diapositive

Plan van vandaag
Moodcheck
Doelen
Theorie  Ergonomie
Zelf aan de slag met Foto's
1 boomopdracht

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les:
  • weet je wat ergonomisch werken is. 
  • hoe je ergonomisch kan werken
  • weet je wat een  goede ergonomische werkhouding is

Slide 4 - Diapositive

Waar denk jij aan bij ergonomisch werken?

Slide 5 - Carte mentale

Ergonomisch werken
Ergonomisch werken is het werken op een manier die 
gezond is voor jou.

Om klachten te voorkomen zijn er ergonomische voorschriften.

Slide 6 - Diapositive

Ergonomisch werken


Ergonomisch werken
= veilig en gezond werken voor je lichaam

Slide 7 - Diapositive

Ergonomisch werken

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 8 - Diapositive

Ergonomische houding

Slide 9 - Diapositive

Ergonomisch werken
Wat betekent ergonomisch werken?

Slide 10 - Diapositive

Ergonomische werkhouding

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van een slechte ergonomische houding?

Slide 12 - Carte mentale

Wat betekent: ergens zwaar aan tillen?
A
onaanvaardbaar zijn
B
iets belangrijk vinden
C
veel misdaden hebben begaan
D
te ver gaan

Slide 13 - Quiz

Hoeveel mag je tillen?
A
19 kilo
B
23 kilo ​
C
40 kilo
D
10 kilo

Slide 14 - Quiz

Wat is de beste manier om je peuter op te tillen?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3

Slide 15 - Quiz

Bij elke taak moet je ergonomisch werken. Wat wordt bedoeld met "ergonomisch werken"?
A
werken op het juiste tijdstip
B
werken met een kromme rug
C
werken in een salon
D
werken in de juiste houding

Slide 16 - Quiz

Is dit ergonomisch werken?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Wat is ergonomisch werken?
A
Het verlichten van de werkbelasting.
B
Een goede werksfeer hebben.
C
Veilig werken
D
Bukken tijdens het tillen

Slide 18 - Quiz

Bij schoonmaakwerkzaamheden moet je ergonomisch werken.
Waarom is het belangrijk om ergonomisch te werken?
A
Omdat je dan met de schoonmaakklus sneller klaar bent
B
Dat is veiliger voor jou en je collega's
C
Je hoeft je werkkleding minder snel te wassen
D
Je krijgt minder snel lichamelijk klachten

Slide 19 - Quiz

Deze manier van tillen is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat moet je doen bij
het tillen?
A
Til met gebogen rug
B
Buig voorover
C
Ga door je knieën
D
Houd je rug recht

Slide 21 - Quiz

Als je moet tillen, dan til je vanuit je?
A
benen
B
armen
C
rug
D
buik

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Wat is een voorbeeld van ergonomisch werken?
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Belasting en belastbaarheid
Belasting: mate waarin je belast wordt tijden inspanning. Hierbij kun je denken aan: duwen, trekken, tillen, dragen

Belastbaarheid: dit is wat je lichaam aan kan. Dit hangt af van je conditie

Slide 25 - Diapositive

Tillen
Om klachten te voorkomen zijn er richtlijnen en normen opgesteld;

  • Als je met twee handen kan werken, mag je per hand maximaal 15 kilo duwen of trekken.
  • Niet meer dan 15 kilo in een gunstige houding en niet meer dan 5 kilo in ene ongunstige houding.
  • Om je rug niet te veel te belasten mag je maximaal 23 kilo tillen.

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag
Maak groepjes van 2/3 studenten
Maak bij elk onderwerp een goede en een slechte foto
* Zitten
* Staan
* Tillen
Maak hier een poster van voor  medewerkers in de zorg.
Lever in in teams

Slide 27 - Diapositive

Klaar?
Ga naar Boom.
Boek: Arbo
Hoofdstuk 7
Opdracht 15

Slide 28 - Diapositive

ALA

Slide 29 - Diapositive

Bed verschonen met Cliënt

Slide 30 - Diapositive

Zoek bij Vilans
Protocol 'bed verschonen met cliënt'

Slide 31 - Diapositive

Waarom bed verschonen met een Cliënt

Slide 32 - Carte mentale

Laatste stap voor het zorglokaal.
Maak groepjes van 3.
2 verzorgers, 1 cliënt in bed
Wissel zodat je allemaal in het bed heb gelegen.

Slide 33 - Diapositive