hoofdstuk 4 een wereld van verschil

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

H4 Ontwikkeling: Arm & Rijk

                                                                       §1 t/m 4

02:37

Kijk naar het filmpje, waaraan herken je de armoede in een land als Haiti?

Ontwikkelingslanden

Rijke geindustrialiseerde landen 

Armoedegrens 

Hoeveel geld je minimaal nodig hebt op een dag om jezelf te voorzien in je basisbehoeften 

(eten, kleren, dak boven je hoofd).  

In welk land ligt de armoedegrens het hoogst?

1. Nederland
2. Haiti

Koopkracht 

Hoeveel je in een land kunt kopen voor 1 euro of dollar. 

In welk land is de koopkracht het grootst?

1. Nederland
2. Japan
3. India
4. Zwitserland

Er bestaat een verband tussen de armoedegrens en de koopkracht in landen. Leg dit verband uit.

Hoe hoger de koopkracht in een land,

hoe lager de armoedegrens in een land. 

Welzijn

Welvaart

Hoog BBP/hoofd

Naar school gaan

Voldoende voedsel kunnen kopen

Toegang tot zorg

Op vakantie kunnen

Een auto hebben

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?

Centrum

Periferie

Semi-periferie

Tertiaire sector

Secundaire sector

Primaire sector

Meten van welvaart

1. Bruto Binnenland Product per hoofd (bbp/hoofd)

alles wat in een jaar in één land word verdiend gedeeld door het aantal inwoners

2. het welzijn (levensverwachting, koopkracht, alfabetiseringsgraad)

3. de verdeling van de beroepsbevoking

twee soorten ongelijkheid

sociale ongelijkheid = grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen

regionale ongelijkheid = grote verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden

Welke vorm van ongelijkheid zie je hier?

1. Regionale ongelijkheid
2. Sociale ongelijkheid

Formele en informele sector

• Arme landen
• Landbouw en industrie sector het grootst 
• Geen officeel werk 
• Betalen geen belasting

• Rijke landen
• Diensten sector het grootst
• Betalen belasting
• Officeel werk

 

01:16

wat is een voorbeeld van een halffabricaat?

1. ijzererts
2. ijzer
3. fiets

globalisering

proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden

Wat is niet 1 van de 3 oorzaken voor globalisering?

1. De wereld 'krimpt' door sneller transport en communicatie
2. Bedrijven ontwikkelden zich tot MNO, en werden in meerdere landen actief
3. Landen openden hun grenzen voor internationale handel
4. Na de tweede wereldoorlog konden het oosten en het westen weer goed met elkaar omgaan

zelf aan de slag

maken deel 2

als er goed gewerkt word filmpje of spelletje aan het einde

veel succes allemaal