Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Huiswerk +controleren leerdoelen
Leerdoelen paragraaf 4.4
Instructie paragraaf 4.4
Aan het werk met 4.4
Aan de slag met PO
Les afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Heb je vragen over het huiswerk van §4.3 stel die dan via de chat of per mail.
Slide 3 - Diapositive
Even terugblikken
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen 4.3
Je weet wat marketing is.
Je kunt uitleggen hoe je marketinginstrumenten gebruikt.
Je kunt voorbeelden benoemen van hoe consumenten worden beïnvloed.
Je kunt uitleggen hoe je met behulp van prijzen de verkoop kan bevorderen.
Slide 5 - Diapositive
Wat is marketing? Upload een voorbeeld.
Slide 6 - Question ouverte
De Marketingmix =
A
de 6 P's
B
de positionering
C
Het assortiment
Slide 7 - Quiz
Marketingmix
Prijsbeleid
Plaatsbeleid
Productbeleid
Promotiebeleid
presentatiebeleid
personeelsbeleid
De winkelier verkoopt ook sportrugzakken
De sportwinkel in het centrum
Een poster in een kledingwinkel
Een winkelier verkoopt sommige rugzakken met korting
De winkel ziet er netjes uit.
Alle producten staan overzichtelijk in de schappen
Alle werknemers van het bedrijf hebben dezelfde werkkleding aan. Dan zijn ze duidelijk herkenbaar voor de klanten
Slide 8 - Question de remorquage
Bereken het marktaandeel van Slowy.
Slide 9 - Question ouverte
Commerciële beïnvloeding
sociale beïnvloeding
Slide 10 - Question de remorquage
Stelling I: In verband met Valentijnsdag is er een groot aanbod van rode rozen. Er geldt een speciale prijs van € 1,99 per stuk. Dit noem je psychologische prijsstelling. Stelling II : De warme kaasbroodjes zijn in de aanbieding bij Deen. De actie is drie halen, twee betalen. Dit is een voorbeeld van prijspolitiek.
A
Stelling I is juist,
stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist,
stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist
Slide 11 - Quiz
Leerdoelen 4.4
Je kunt uitleggen waarom binnen een bedrijf de taken verdeeld zijn.
Je kunt met behulp van een organogram de structuur van een bedrijf uitleggen.
Je kunt voorbeelden geven van staf- en lijnfuncties.
Slide 12 - Diapositive
pincode.digitaal.noordhoff.nl
Slide 13 - Lien
Eenheid van bevel
Een leidinggevende, zodat het duidelijk is wie de leiding heeft.
Slide 14 - Diapositive
Organogram
Slide 15 - Diapositive
staffuncties en lijnfuncties
Slide 16 - Diapositive
Heb je een vraag?
Stel die dan via de chat.
Dan help ik je zo snel mogelijk verder.
Slide 17 - Diapositive
Maken:
Opgave 42, 43b, 44, 45, 46, 47 en 48
Ben je eerder klaar en vind je het nog moeilijk maak dan de herhalingsopgaven 12 en 13 op blz. 129
Ben je eerder klaar en vind je het rekenen nog lastig? Maak dan de rekenopgaven op blz. 132 en 133.
Slide 18 - Diapositive
Hiernaast zie je een organogram. Wie is de leidinggevende van de yogainstructeur?
A
die heeft hij niet
B
fitnessinstructeur
C
directeur
D
bedrijfsleider
Slide 19 - Quiz
Cato Klein heeft een eigen tassenfabriek. Haar man Stef doet de administratie, Zus Elle doet de marketing en haar moeder coördineert het naaiatelier. Wat is onjuist?