2BK H3 bloedsomloop Het hart

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2BK H3 bloedsomloop Het hart

Leerdoelen

3.4.5 Je kunt de delen van het hart benoemen in een afbeelding.

3.4.6 Je kunt beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt.

Het hart ligt in de borstholte, net onder het borstbeen. Een hart is ongeveer zo groot als een vuist.

Boezems en kamers

Het hart bestaat uit twee helften. 

Elke harthelft bestaat uit een boezem en een kamer. 

De boezems zitten als een soort zakjes op de kamers; hier komt het bloed het hart binnen. De boezems pompen het bloed naar de kamers. 

De kamers pompen het bloed in de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop.

De delen van de kleine bloedsomloop

De rechterkamer pompt bloed in de longslagader. 

In de longen wordt zuurstof opgenomen in het bloed. 

Door de longaders stroomt het bloed terug naar het hart. Het komt dan in de linkerboezem.

De delen van de grote bloedsomloop

Van de linkerboezem stroomt het bloed naar de linkerkamer. 

De linkerkamer pompt het bloed in de aorta. 

Door de aorta gaat het bloed naar de rest van het lichaam. 

Door de holle aders stroomt het bloed weer terug naar de rechterboezem.

Hartkleppen

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen. Als de hartkleppen dichtgaan, kan het bloed niet terugstromen in de boezems

Halvemaanvormige kleppen

In de aorta en in de longslagader zitten ook kleppen. Deze kleppen lijken op een halve maan. Daarom heten ze halvemaanvormige kleppen. Door deze kleppen kan het bloed niet terugstromen naar de kamers

Leerdoelen

3.4.5 Je kunt de delen van het hart benoemen in een afbeelding.

3.4.6 Je kunt beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt.

6 Je kunt beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt.

 Werking van het hart:

– Bij de boezems komt het bloed het hart binnen.

– De boezems pompen het bloed in de kamers.

– De kamers pompen het bloed in de aorta en de longslagader.

– Tussen de boezems en de kamers zitten kleppen (de hartkleppen).

– In de aorta en de longslagaders zitten ook kleppen (de halvemaanvormige kleppen).

– Kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt.

• De stroomrichting in de kleine bloedsomloop is:

rechterkamer → longslagader → longen → longader → linkerboezem

• De stroomrichting in de grote bloedsomloop is:

linkerkamer → aorta → de organen in de rest van het lichaam → holle ader → rechterboezem