Les 47: voorzetsels

Lesplanning klas 1
Lekker lezen!
Bespreken les 34 (hulpwerkwoord/zelfstandig werkwoord
Uitleg voorzetsel

- Les 47: maak opdracht 3 (kies zelf 5 zinnen), 4, 5 en 6
Klaar? Kijk je opdrachten na en pak een oefenblad 
timer
10:00
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning klas 1
Lekker lezen!
Bespreken les 34 (hulpwerkwoord/zelfstandig werkwoord
Uitleg voorzetsel

- Les 47: maak opdracht 3 (kies zelf 5 zinnen), 4, 5 en 6
Klaar? Kijk je opdrachten na en pak een oefenblad 
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Hij heeft zijn beste vriend verraden.

Het werkwoord 'heeft' is:
A
voorzetsel
B
hulpwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 2 - Quiz

Wat is in onderstaande zin het zelfstandig werkwoord?

De buren zullen toch niet de hele nacht blijven feestvieren?
A
zullen
B
blijven
C
feestvieren

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort werkwoord is 'waren' in de volgende zin?

Gedurende het proefwerk waren de leerlingen allemaal muisstil.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 4 - Quiz

Noem voorbeelden van voorzetsels

Slide 5 - Carte mentale

Les 47: Voorzetsel (vz)
Zet zo veel mogelijk voorzetsels op de juiste plaats in de tekeningen.

Slide 6 - Diapositive

Les 47: Voorzetsel (vz)
Soms staat een voorzetsel achter een woordgroep. Dan noem je het een achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel.
>> Tobias rijdt de weg op.
>> Suzan nodigt Carolien uit.

Slide 7 - Diapositive

Les 47: Voorzetsel (vz)
Er zijn ook voorzetseluitdrukkingen. 
>> De gestolen laptop werd aan de hand van gps-gegevens 
      teruggevonden.
>> We ontbijten met cornflakes in plaats van brood.
>> Het rooster van 1A is ongewijzigd ten opzichte van dat van 
      vorige periode.

Slide 8 - Diapositive

Les 47: Voorzetsel (vz)
Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel.
>> Hij gelooft in mij. (geloven in)
>> Rachel houdt van haar hond. (houden van)
>> Vincent lijkt erg op zijn vader. (lijken op)

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig werken 
- Nakijken huiswerk

- Les 47: maak opdracht 3 (kies zelf 5 zinnen), 4, 5 en 6

Slide 10 - Diapositive