D3 poëzieles themaweek 2021-2022

Programma:
  • Presentaties Ivana, 
  • Poëzie
  • Zelf gedicht maken
  • Sinterklaas vieren
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Programma:
  • Presentaties Ivana, 
  • Poëzie
  • Zelf gedicht maken
  • Sinterklaas vieren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kenmerken van poëzie

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is poëzie?

Slide 8 - Carte mentale

Heb je in het filmpje nog iets gehoord wat we nog niet hadden genoemd bij de eerste brainstormopdracht? Misschien niet, dan kun je deze vraag snel doorklikken en doorgaan naar het volgende fragment.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het "enjambement"?
A
het beschrijven van de natuur
B
het verdelen van een zin over de regels
C
een lang gedicht
D
figuurlijk taalgebruik

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan het enjambement voor zorgen?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Moet een gedicht altijd rijmen?
A
nee
B
ja

Slide 14 - Quiz

Een gedicht hoeft niet altijd te rijmen. Wat is een voordeel van rijm? Waar helpt het bij?
Welke teksten rijmen vaak?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijm is vet


Cabaretier Andries Tunru zegt over rapteksten:
"Als het rijmt, klinkt het vet."

Slide 16 - Diapositive

Een voorbeeld van een tekstsoort waarin vaak rijm gebruikt wordt: songteksten. Vooral in rapteksten komt vaak rijm voor. 
Cabaretier Andries Tunru zegt over rap: "als het rijmt, klinkt het vet." "vet' betekent "cool". Dus een rijmende raptekst is cool. Het maakt dan niet uit waarover je rijmt. Om dit te bewijzen doet Tunru aan improvisatierap. Kijk maar...

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Vroeger rijmden gedichten altijd.
Er was niet altijd pen en papier en een rijmende tekst was makkelijker om te onthouden.

Slide 18 - Diapositive

Een rijmende tekst is natuurlijk ook makkelijker te onthouden. Daarom blijven liedjes vaak zo in je hoofd zitten. Er zit natuurlijk een melodie bij, maar ook de rijmende tekst helpt dat je het beter onthoudt. Dat was vroeger ook handig, toen er nog niet altijd pen en papier was om een tekst op te schrijven.
Sinterklaasgedichten

In Sinterklaasgedichten is rijm ook belangrijk!

Sinterklaas zat te denken...
Wat hij drie brave leerlingen zou schenken...

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijm
Sinterklaasgedichten hebben meestal eindrijm:
De laatste woorden van de regel rijmen dan:

Sinterklaas rijdt - stil als een muis
Over het dak van ons kleine huis

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat rijmt er op: gapen?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat rijmt er op: drop

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat rijmt er op: maan?

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

We gaan een kort filmpje kijken van Ridder William. Hij kan soms niet de juiste woorden vinden en krijgt hulp van een dichter.

Slide 25 - Diapositive

Samengevat: poëzie is moeilijk te definiëren. Maar we kunnen wel wat kenmerken noemen. Dingen die bij poëzie horen.
Verschillende vormen
We gaan twee dichtvormen bespreken
- het elfje
- de haiku
Met deze vormen gaan jullie zelf ook oefenen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Zelfportret als schilder
Datering 1887 - 1888
Locatie Parijs, Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam
Luchtballon
Grote bol
Passeert de zon
Ik hoor hete lucht
Vuur

Slide 27 - Diapositive

Dit is een luchtballon. Bij deze luchtballon hoort dit gedichtje. [lees het gedichtje voor, bespreek wat de leerlingen opvalt. Wat zien ze aan de vorm? Vinden ze dit een gedicht? Waarom wel/niet? Het is een gedicht. Welke vorm denken ze: elfje of haiku?]
Dit is een elfje
Een elfje bestaat uit elf woorden:
1
2
3
4
1
Een elfje hoeft niet te rijmen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu zelf een elfje
timer
5:00

Slide 29 - Diapositive

Kies één plaatje dat je als inspiratiebron gebruikt. Beschrijf in het elfje iets van wat je ziet, of iets wat je voelt. Hou het simpel en kort. Denk aan het schema van de woorden: 1, 2, 3, 4, 1.
Bij welk plaatje hoort het?

Slide 30 - Diapositive

Wie wil zijn elfje voorlezen? En kunnen we dan raden bij welk plaatje het gedichtje hoort?
Een haiku bestaat uit
drie regels, met lettergrepenschema
5
7
5

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel De oogst
Datering juni 1888
Locatie Arles, Zuid-Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam
Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik? Welk gevoel krijg ik erbij?

Slide 32 - Diapositive

Vertel: Dit schilderij (De oogst, 1888) maakte Van Gogh in het zuiden van Frankrijk. Het is een landschap met boeren die op een warme dag aan het oogsten zijn. Vincent schreef later in een brief dat zijn teken- en schilderwerk net zo zwaar was als het werk van de boeren op het land. Vraag: Hoe zou het zijn als jij, net als Vincent, in dat landschap zou staan? Wat zou je zien, horen, voelen, ruiken..?

De geur van het land

op een hete zomerdag

kriebelt in mijn neus.

Slide 33 - Diapositive

Lees de haiku met de klas. Vraag: Is het een goed gedicht over dit schilderij? Waarom wel, of niet? Licht toe dat haiku's ook over een gevoel kunnen gaan dat je bij een schilderij hebt. Vaak wordt beschreven wat de zintuigen waarnemen. Bespreek het lettergrepenschema bij dit gedicht.
Haiku-houvast
  • Een haiku gaat vaak over iets in de natuur
  • Gebruik bij een haiku je zintuigen
  • Kijk goed en vraag: Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik? Welk gevoel krijg ik erbij?
  • Drie regels, lettergrepenschema 5 - 7 - 5

Slide 34 - Diapositive

Bespreek nog even kort de belangrijke punten bij het maken van een haiku. Benoem dat het niet noodzakelijk is dat alle vragen 'beantwoord' worden. De vragen zijn een hulpmiddel bij het zoeken naar woorden en zinnen. 
Nu gaan we echt beginnen!

Jullie gaan zelf een gedicht schrijven.
Van het gedicht maak je een gedichtenposter.
De poster komt in je portfolio.
Alle posters bundelen we tot één NT2-gedichtenbundel. 


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordeling
Voor de gedichtenposter krijg je een cijfer (50%).
- Je gedichtenposter ziet er verzorgd uit
- Je tekst is een mooi geheel in een bepaalde vorm
- Je illustratie past bij de tekst
- Je doet actief mee tijdens de les
- Je probeert verschillende dingen uit en verbetert je werk
- Je werkt serieus aan je gedicht




Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brainstorm
Maak een mind map over Nederlandse dingen: de taal, het eten, het weer, de mensen, het landschap, .... het kan van alles zijn!

Schrijf minimaal tien dingen op, maar veel meer mag ook!
Denk aan kleine dingen die bij jou horen.
timer
5:00

Slide 37 - Diapositive

Ik zou de leerlingen eerst zelfstandig laten brainstormen. Daarna kunnen ze natuurlijk delen wat ze hebben bedacht. Dan brengen ze elkaar misschien nog op ideeën.
Onderwerp kiezen
Kies één onderwerp waar jij een gedicht over gaat schrijven.

Hou het onderwerp dicht bij jezelf. 
Kies iets waar je een bepaald gevoel bij hebt.


Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedicht schrijven
Stap 1:
Begin met het verzamelen van woorden of korte zinnetjes die bij jouw onderwerp passen.
Denk aan de zintuigen: wat hoor je? zie je? voel je? ruik je?
Denk aan je gevoel: wat voel je? wat vind je?
Bedenk rijmwoorden
Bedenk mooie bijvoeglijk naamwoorden

Slide 39 - Diapositive

Als leerlingen dit moeilijk vinden kunnen ze ook de tijdschriften gebruiken om in te bladeren en eventueel woorden uit te knippen. Ze mogen ook een collage maken van woorden en plaatjes.
Gedicht schrijven
Stap 2:
Begin met het samenstellen van jouw gedicht.
Kies een vaste vorm, als je dat fijn vindt (elfje, haiku?)

Denk niet te lang na over de eerste versie.
Herschrijven kan altijd nog :)

Slide 40 - Diapositive

Ook hier mogen ze woorden knippen uit de tijdschriften
Gedicht schrijven
Stap 3:
De basis is er. Deel je gedicht in een klein groepje. 
Bedenk samen wat je kunt veranderen. 
Wil je een andere vorm? Wil je meer of minder?
Kijk welke woorden je weg kunt halen.
Blader door de boeken met gedichtenposters als inspiratie.
Herschrijf je gedicht als je wilt.

Slide 41 - Diapositive

Ook hier mogen ze woorden knippen uit de tijdschriften.
Ze kunnen ook in deze fase alvast wat bladeren in de boeken met gedichtenposters om inspiratie op te doen.
Gedicht vormgeven
Stap 4:
Je gaat nu de poster maken.
Bekijk de voorbeelden als inspiratie.

Bedenk wat je wilt gaan doen:
- tekenen, plakken, een collage, ...
- Verzamel materialen en maak er iets moois van!

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedicht inleveren
Stap 4:
Als je poster helemaal af is, zal de docent er een foto van maken. Deze kun je uploaden in je portfolio.
De foto komt ook in de gedichtenbundel!

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sinterklaasvieren

  • We gaan volgende week in de les een sinterklaasdobbelspel te spelen. 
  • Het is de bedoeling dat iedereen 2 a 3 cadeautjes koopt voor in totaal €5,-  

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions