B2 chromosomen en genen

B2 chromosomen en genen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

B2 chromosomen en genen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoel
- Je kunt beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
- Je kunt benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen. 
* Wat zijn chromosoomparen?
* geslachtcellen hoeveel chromosomen bevatten deze?
* Wat gebeurt er bij de bevruchting?
* Hoe wordt het geslacht bepaald?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: Wat zijn chromosomen en waar liggen ze?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: Hier zie je vier stadia van een lieveheersbeestje.
Vraag 1: in elke stadia is het fenotype hetzelfde / verschillend.
vraag 2: in elke stadia is het genotype hetzelfde / verschillend.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen

Slide 6 - Question de remorquage

Voorkennis thema 1 waarin de concepten  cellen en chromosomen behandeld werden.

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

paren
Een cel van een mens bevat 46 chromosomen. Die chromosomen komen voor in paren. Een mens heeft 23 paar chromosomen in zijn celkern. De twee paren zijn gelijk aan elkaar. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


 Mens: Elke lichaamscel heeft 46 chromosomen: 23 paren.
In alle lichaamscellen zitten twee stuks van elk chromosoom die op elkaar lijken.
Die vormen samen een paar.
Valt je iets op aan de chromosomenparen?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtscellen
eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen. In de kernen van van geslachtscellen komen de chromosomen niet in paren voor maar enkelvoudig. Een geslachtscel bevat 23 chromosomen.
Van de chromosoomparen komt per toeval elke keer een chromosoom in de zaadcel of eicel terecht. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchte eicel bevat 23 chromosomen paren: 
Ontstaan door 23 chromosomen van vader en 23 chromosomen van moeder. Chromosomen aantal: 46.
3
23 chromosomen van vader
1
23 chromosomen van moeder
2
23
23
46
Miljoenen nieuwe lichaamscellen ontstaan. Dat gebeurt door deling van de moedercel. Elke nieuwe cel (dochtercel) bevat 46 chromosomen met precies dezelfde informatie. Het genotype van elke dochtercel is hetzelfde, de informatie over de erfelijke eigenschappen is gelijk.
4
Een nieuw organisme

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de ouders lijken?
Een nakomeling krijgt de helft van de chromosomen van de vader en de andere helft van de moeder. Vanuit de eicel en de zaadcel komen 23 chromosomen samen. 
De bevruchte eicel bevat daarom 46 chromosomen.

Bij elke zwangerschap worden andere chromosomen doorgegeven.
Broers en zussen lijken op elkaar, maar er zijn ook verschillen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtschromosomen in lichaamscellen

Geslachtschromosomen
  • X- chromosoom
  • Y- chromosoom
XX
XY

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtschromosomen
De lichamelijke geslachtskenmerken worden bepaald door de geslachtschromosomen.

Vrouw = XX
Man = XY

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen zitten er in de zaadcel van de man

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een gen?
A
Een cel in het lichaam.
B
Is een deel van een chromosoom met de informatie voor een erfelijke eigenschap.
C
Een bacterie.
D
Een soort virus.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 Genen in een huidcel zijn gelijk aan de genen in de bevruchte eicel
2. Genen in dochtercellen komen voor in paren.
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eicellen en zaadcellen zijn lichaamscellen / geslachtscellen?
A
lichaamscellen
B
geslachtscellen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk geslachtschromosomen heeft een lichaamscel van een man?
A
x
B
y
C
xx
D
xy

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

exit ticket: bij welke stap ontstaat het genotype van de baby? leg uit

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

exit ticket: In welke cel zijn de chromosomen en genen juist getekend? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

exit ticket: hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel van een vrouw?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
vind je het nog lastig bekijk dan de volgende video
anders aan de slag met opdr. 1 tm 9

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions