Hoofdstuk 2 G&T

Even inkomen
Geef de rekenvolgorde van links naar rechts
Tip: er kunnen meer dingen in een antwoordvakje
( )
:
-
+
x
a2
1 / 21
suivant
Slide 1: Question de remorquage
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Even inkomen
Geef de rekenvolgorde van links naar rechts
Tip: er kunnen meer dingen in een antwoordvakje
( )
:
-
+
x
a2

Slide 1 - Question de remorquage

Als twee breuken dezelfde noemer hebben, dan is de breuk met de grootste teller de grootste breuk.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 2 - Quiz

De uitkomst van een optelling
heet een
A
rekening
B
som
C
telling
D
hoeveelheid

Slide 3 - Quiz


breuken optellen
52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 4 - Quiz


breuken optellen
52+53=
A
105
B
205=41
C
2023
D
1

Slide 5 - Quiz

Hoe heet de uitkomst van twee getallen die je van elkaar aftrekt
A
verschil
B
aftrekpost
C
mindering
D
korting

Slide 6 - Quiz


Bereken
273151=
A
105
B
205=41
C
3553
D
1

Slide 7 - Quiz


Bereken



15243=
A
1201
B
103
C
2203
D
97

Slide 8 - Quiz

Vereenvoudig
16/20
A
5/8
B
1/4
C
4/5
D
2/3

Slide 9 - Quiz

Wat is de rekenvolgorde?
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Binnen de haakjes
x en :
+ en -

Slide 10 - Question de remorquage

De uitkomst van een vermenigvuldiging heet een
A
vermenigvuldiging
B
keersom
C
wonder
D
product

Slide 11 - Quiz

De uitkomst van een vermenigvuldiging heet een
A
vermenigvuldiging
B
keersom
C
wonder
D
product

Slide 12 - Quiz

Bereken
15243=
A
1201
B
103
C
2203
D
97

Slide 13 - Quiz


Bereken 2/3 : 3/4
A
8/9
B
5/7
C
6/12
D
1/2

Slide 14 - Quiz

De uitkomst van een deelsom
heet een
A
division
B
deling
C
quotiënt
D
courgette

Slide 15 - Quiz

Wat is de rekenvolgorde?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
      van
Stap 4
      van
haakjes
links naar rechts
links naar rechts
plus & min
keer & delen
kwadrateren

Slide 16 - Question de remorquage


Een breuk bestaat uit
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 17 - Quiz

Wanneer mag je breuken bij elkaar optellen?
A
Als ze gelijke tellers hebben
B
In het ziekenhuis
C
Je mag alle breuken bij elkaar optellen
D
Als ze gelijke noemers hebben

Slide 18 - Quiz

Welke 2 breuken zijn hetzelfde
A
2/4
B
1/4
C
2/3
D
1/2

Slide 19 - Quiz

3/8 en 1/8
zijn gelijknamige breuken
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Het getal boven de breukstreep heet de noemer
B
Breuken optellen mag altijd
C
Bij het rekenen met breuken moet je eerst de helen uit de breuk halen
D
Bij vermenigvuldigen met breuken moet je ze eerst gelijknamig maken

Slide 21 - Quiz