*Begrijpend lezen H3, havo 2

Begrijpend lezen H3
Tekstverbanden en signaalwoorden
- doel-middelverband
- vergelijkend verband
- samenvattend verband 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Begrijpend lezen H3
Tekstverbanden en signaalwoorden
- doel-middelverband
- vergelijkend verband
- samenvattend verband 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na de lessenserie kun je: 
- doel-middelverband, samenvattend verband, voorwaardelijk verband en toegevend verband herkennen in een tekst
- de bijbehorende signaalwoorden herkennen 

Slide 2 - Diapositive

Welke tekstverbanden ken je nog van klas 1?

Slide 3 - Carte mentale

Tekstverbanden
chronologisch
opsommend
tegenstellend
toelichtend
concluderend
redengevend
oorzakelijk

Slide 4 - Diapositive

Tekstverbanden
In dit hoofdstuk leer je over de volgende tekstverbanden: 
- doel-middelverband
- vergelijkend verband 
- samenvattend verband

Slide 5 - Diapositive

Wat houdt een doel-middelverband in?

Slide 6 - Carte mentale

doel-middelverband
Een doel-middelverband geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met, met behulp van, middels, opdat 

Slide 7 - Diapositive

Bedenk een zin waarin een doel-middelverband voorkomt.

Slide 8 - Question ouverte

Voorbeeld: Wat is het doel en wat is het middel? 
Fabrikanten van voedingsproducten willen veel verkopen. Om dat te bereiken, gebruiken ze in hun productinformatie slimme termen als 'geen vet', 'extra vitamines' en 'licht verteerbaar'. 
Ook hebben ze regelmatig kortingsacties. Tenslotte spelen ze handig in op verlangens van mensen door middel van reclamekreten als 'de lekkerste' en 'eenvoudig te bereiden'.  

Slide 9 - Diapositive

Wat houdt een vergelijkend verband in?

Slide 10 - Carte mentale

Vergelijkend verband
Met een vergelijkend verband maakt de auteur iets duidelijk door een verschil of een overeenkomst te noemen.

Bijbehorende signaalwoorden: 
in vergelijking met, net als, als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met


Slide 11 - Diapositive

Wat houdt een samenvattend verband in?

Slide 12 - Carte mentale

Samenvattend verband
Bij een samenvattend verband geeft de auteur een verkorte weergave van de informatie uit de tekst. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld: Wat wordt hier samengevat? 
Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen.

Slide 14 - Diapositive

Deze les heb ik geleerd:

Slide 15 - Question ouverte

Dit vind ik nog moeilijk:

Slide 16 - Question ouverte

Opdracht
Blz. 72:
- Maak opdracht 1 

Slide 17 - Diapositive