basis schrijfvaardigheid

Herhaling schrijfvaardigheid
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling schrijfvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • herhalen theorie
  • maken oefeningen

Slide 2 - Diapositive

Formele e-mail

Slide 3 - Diapositive

Uit welke drie delen bestaat een formele e-mail?

Slide 4 - Question ouverte

Wat beschrijf je in de inleiding van een formele e-mail?

Slide 5 - Question ouverte

Wat beschrijf je in het middenstuk van een formele e-mail?

Slide 6 - Question ouverte

Wat beschrijf je in het slot van een formele e-mail?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe schrijf je een formele aanhef?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe schrijf je een formele slotzin?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe schrijf je een formele slotgroet?

Slide 10 - Question ouverte

Artikel

Slide 11 - Diapositive

Inleiding
* Aandacht trekken van lezer 
* vertellen waar je tekst over gaat

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil met de inleiding van een formele e-mail?

Slide 13 - Question ouverte

slot
* Je komt terug op de inleiding
* samenvatting/ conclusie

Slide 14 - Diapositive

Wat ga je doen?
Bekijk je eigen teksten met het beoordelingsformulier. Vul evt. de beoordelingsmodellen in.
Bekijk (nogmaals) de theorie over artikel schrijven.

Maak opdrachten werkwoordspelling:
ikschrijfbeter.nl/oefenen-werkwoordspelling
werkwoordspelling 2F
persoonsvorm 1
persoonsvorm 2
d of t? (persoonsvorm of voltooid deelwoord)
 

Slide 15 - Diapositive

Deze les
  • korte terugblik vorige les: volgende week mee verder
  • feedback geven en ontvangen vorige schrijfopdracht
  • herhaling basis betoog + schrijfopdracht
  • vooruitblik volgende week: afronden schrijfopdracht, herhaling werkwoordspelling 

Slide 16 - Diapositive

BETOOG

Slide 17 - Diapositive

Eerst
  • Onderwerp: staat vermeld in de examenopdracht.


  • Stelling: staat ook vermeld in de examenopdracht.

  • Eigen keuze: voor of tegen.


Slide 18 - Diapositive

Inleiding 
  • Aanleiding: waarom schrijf je het betoog?
  • Stelling moet altijd terugkomen in de inleiding!
  • Standpunt moet altijd terugkomen in de inleiding!

Slide 19 - Diapositive

Middenstuk
  • Argumenten uitwerken
  • Per alinea, één argument
  • Laatste alinea van het middenstuk: tegenargument + weerlegging
  • Gebruik de bijgevoegde bronnen! 

Slide 20 - Diapositive

Slot
  • Herhaal stelling + je standpunt
  • Conclusie: ‘dus…’
  • Samenvatting

Slide 21 - Diapositive

Schrijfopdracht Betoog

Slide 22 - Diapositive

Laatste tips!
  • Lees de opdracht goed door (check inhoud)!
  • Streep inhoud af op de opdracht als je het verwerkt hebt.
  • Maak alinea's (witregels)!
  • Denk aan hoofdletters en punten! Zelf typen
  • Lees je tekst nog eens over (check spelling/gramm.).
  • Neem de tijd! 

Slide 23 - Diapositive

Volgende week
  • Herhaling werkwoordspelling
  •  Argumenteren; Welke argumenten hebben jullie gebruikt? Zijn ze geldig?

Slide 24 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maak af:
taalblokken> grammatica, spelling 3f> spelling> werkwoordspelling persoonsvorm tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord.
taalblokken> grammatica, spelling 2f> spelling> hoofdletters.

Slide 25 - Diapositive