Relaties en seksualiteit quiz
1 / 39
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe snel kan je zwanger raken?
A
Binnen een week
B
Na 4 keer vrijen
C
Dat kan al na een keer onveilig vrijen
Slide 2 - Quiz
Wat is nummer 4?
A
de balzak
B
de eikel
C
de prostaat
D
het schaamhaar
Slide 3 - Quiz
Hoe lang duurt seks gemiddeld?
A
30 minuten
B
10 minuten
C
5 minuten
Slide 4 - Quiz
Met hoeveel maanden hoor je baby te krijgen?
A
8 maanden
B
9 maanden
C
12 maanden
Slide 5 - Quiz
Een soa krijg je door onveilige seks
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Wat verandert er aan het meisjeslichaam in de puberteit?
Sleep het juiste antwoord naar de afbeelding.
timer
2:00
Zij krijgt een piemel.
Ze krijgt borsten.
Haar stem wordt lager.
Haar heupen worden breder.
Ze krijgt haar onder haar oksels en op haar vagina.
Ze wordt ongesteld.
Slide 7 - Question de remorquage
Van masturberen kan je een soa krijgen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Zo kan je een soa wel overdragen:
Zo kan je een soa niet overdragen:
Aanraken van een wc-bril
Seks zonder condoom
Door te zoenen
Seks met een condoom
Via naalden en bloed
Slide 9 - Question de remorquage
De pil neem je alleen vlak voor of vlak na het vrijen.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Bescherming tegen SOA?
NIET
WEL
het condoom
vrouwencondoom
de pil
het spiraaltje
de nuvaring
Slide 11 - Question de remorquage
Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
de pil
C
vrouwencondoom
D
de nuvaring
Slide 12 - Quiz
Schaamluis zit in je hoofdhaar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Waar zit je G-spot?
A
De G-plek is een heel gevoelig plekje in je vagina
B
De G-plek is een heel gevoelig plekje van de vulva
C
De G-plek is een heel gevoelig plekje tussen de vagina en anus
Slide 14 - Quiz
Van porno kan je leren wat iemand lekker vindt?
A
Nee
B
Ja
Slide 15 - Quiz
Penisenis
Eikel
Urinebuis
Voorhuid
Slide 16 - Question de remorquage
Wat gebeurd er als een eicel wordt bevrucht?
A
De eicel verlaat het lichaam
B
De eicel nestelt zich in de eierstok
C
De eicel begint te groeien in de baarmoeder
D
De eicel begint te groeien in de vagina
Slide 17 - Quiz
nr. 5
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas
Slide 18 - Quiz
Welke weg legt een zaadcel na zaadlozing af?
A
vagina - baarmoedermond-baarmoeder- eileider
B
baarmoeder - vagina - eileider
C
baarmoedermond- eileider - baarmoeder - vagina
D
vagina - baarmoeder - eileider - baarmoedermond
Slide 19 - Quiz
penis
bijbal
teelbal
balzak
eikel
Slide 20 - Question de remorquage
Wat is nummer 3?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok
Slide 21 - Quiz
Wat zijn primaire geslachtskenmerken van de vrouw?
A
Borsten en vagina
B
Vagina en schaamlippen
C
Bredere heupen en borsten
D
Ronde lichaamsvormen en vagina
Slide 22 - Quiz
Waar worden eicellen gemaakt?
A
Eierstokken
B
Eileiders
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 23 - Quiz
Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoedermond
Baarmoederwand
Baarmoederhals
Slide 24 - Question de remorquage
Hoe heet deel 2?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 25 - Quiz
Noem 2 primaire kenmerken van de man.
A
baardhaar en groeispurt
B
penis en balzak
C
penis en schaamhaar
D
sterkere spieren
Slide 26 - Quiz
Hoe noemen we deel 9?
A
voorhuid
B
teelbal
C
eikel
D
penis
Slide 27 - Quiz
Wat wijst nummer 3 aan?
A
de penis
B
de eikel
C
de teelbal / de zaadbal
D
de balzak
Slide 28 - Quiz
Wat wijst nummer 1 aan?
A
de penis
B
de eikel
C
de teelbal / de zaadbal
D
de balzak
Slide 29 - Quiz
Vanaf welke leeftijd word je ongesteld?
A
7-10 jaar
B
11-16 jaar
C
50-80 jaar
Slide 30 - Quiz
Welke anticonceptie is veilig?
A
Pil, condoom, ballon, staafje
B
Prik pil, spiraal, niet klaarkomen in de vrouw
C
Condoom
Slide 31 - Quiz
Van welke seks kan een meisje zwanger raken?
A
Pijpen
B
Penis-in-vagina
C
Anale seks
D
Bij alle 3
Slide 32 - Quiz
Waar of niet waar? De pil is het meest betrouwbare anticonceptiemiddel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Welke anticonceptie kunnen mannen gebruiken?
A
Alleen een condoom
B
Mannenpil
C
Injectie
D
Condoom en sterilisatie
Slide 34 - Quiz
Waar of niet waar? Er bestaat een anticonceptiemiddel dat ingespoten wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quiz
Waar wordt een anticonceptiestaafje in het lichaam van een vrouw ingebracht?
A
In de borst
B
In de bovenarm
C
In de bil
D
In de vagina
Slide 36 - Quiz
Wat doet een morning-afterpil precies?
A
Breekt een zwangerschap af
B
Doodt de zaadcellen
C
Zorgt dat de ongesteldheid start
D
Stelt de eiersprong uit
Slide 37 - Quiz
Welk anticonceptiemiddel beschermt ook tegen soa's?
A
Prikpil
B
Hormoonstaafje
C
Spiraal
D
Vrouwencondoom
Slide 38 - Quiz
Voor wie is anticonceptie gratis?
A
Voor alle vrouwen
B
Voor vrouwen tot 21
C
Voor vrouwen tot 25
D
Voor alle vrouwen en mannen
