H3D 12-1-2022

Bonne année !
Bienvenue
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonne année !
Bienvenue

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen vandaag:
1. Ik weet wat het thema van hoofdstuk 3 is.
2. Ik weet hoe ik de passé composé moet maken met het hulpwerkwoord être + avoir.
3. Ik heb de eerste helft van vocabulaire A geleerd. (huiswerk)

Slide 2 - Diapositive

1. Ik weet wat het thema van hoofdstuk 3 is.

Slide 3 - Diapositive

"Ik kan mezelf redden op reis."

Slide 4 - Carte mentale

2. Ik weet hoe ik de passé composé moet maken met het hulpwerkwoord être + avoir.
Passé composé = voltooid deelwoord

chercher > cherché   (gezocht)
choisir > choisi   (gekozen)
perdre > perdu   (verloren)



Slide 5 - Diapositive

Wat is de PC van "rester"?
(blijven > gebleven)

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de PC van "attendre"?
(wachten > gewacht)

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de PC van "rougir"?
(blozen > gebloosd)

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de PC van "vendre"?
(verkopen > verkocht)

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de PC van "finir"?
(eindigen > beëindigd)

Slide 10 - Question ouverte

2. Ik weet hoe ik de passé composé moet maken met het hulpwerkwoord être + avoir.

Ik heb gegeten. > J'ai mangé.
Ik ben gevallen. > Je suis tombé.

Slide 11 - Diapositive

Het werkwoord "marcher" (lopen) vervoeg ik met:
A
être
B
avoir

Slide 12 - Quiz

Het werkwoord "chanter" (zingen) vervoeg ik met:
A
être
B
avoir

Slide 13 - Quiz

Het werkwoord "aller" (gaan) vervoeg ik met:
A
être
B
avoir

Slide 14 - Quiz

Het werkwoord "avoir" (hebben) vervoeg ik met:
A
être
B
avoir

Slide 15 - Quiz

Het werkwoord "partir" (vertrekken) vervoeg ik met:
A
être
B
avoir

Slide 16 - Quiz

Ik heb gegeven = ?
A
J'ai donné
B
Je suis donné

Slide 17 - Quiz

Hij is gebleven = ?
A
Il est resté
B
Il a resté

Slide 18 - Quiz

Wij zijn gearriveerd = ?
A
Nous sommes arrivé
B
Nous avons arrivé
C
Nous sommes arrivés

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

+e / +s alléén als het hulspwerkwoord être is!

Slide 21 - Diapositive

Hij heeft gezwommen = ?
(zwemmen = nager)

Slide 22 - Question ouverte

Zij is uitgegaan = ?
(uitgaan = sortir)

Slide 23 - Question ouverte

Wij (2 meisjes) zijn gegaan = ?
(gaan = aller)

Slide 24 - Question ouverte

Hij heeft gekozen = ?
(kiezen = choisir)

Slide 25 - Question ouverte

Oefenen!
1. Maak de Kwizl (Passé composé met être/avoir).
2. Huiswerk voor vrijdag = leer de eerste helft van vocabulaire A (la gare - en face de). Elke week een blokje voca toets!

Slide 26 - Diapositive