Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
werkwoordspelling tt en vt
Wat weet je nog van werkwoordspelling?
1 / 12
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
12 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat weet je nog van werkwoordspelling?
Slide 1 - Carte mentale
Wat is een werkwoord dat je kan gebruiken als je niet zeker weet of je een 't' achter een woord moet zetten in de tegenwoordige tijd
Slide 2 - Question ouverte
___ je huis volgende week verbouwd?
____ je boos als ik wegga?
Je beste vriend ___ je baas vanaf morgen.
A
Wordt, word, wordt
B
Wordt, wordt, word
C
Word, wordt, wordt
D
Word, Word, wordt
Slide 3 - Quiz
Zo zat dat
'Je huis' kun je niet vervangen door JIJ (betekent nl niet hetzelfde en dus schrijf je wordt met een 't' erachter, zo ook bij 'je baas''.
Je kun je wel vervangen door JIJ en dus schrijf je: word je boos ..?
Slide 4 - Diapositive
Gebiedende wijs (alleen de stam)
____ abonnee van de krant!
A
wordt
B
word
Slide 5 - Quiz
Noem een werkwoord zoals 'worden' waarbij je goed moet opletten in de tegenwoordige tijd
Slide 6 - Question ouverte
Het allerbelangrijkste ezelsbruggetje voor werkwoorden in de tegenwoordige tijd is....?
Slide 7 - Question ouverte
Verleden tijd:
'We __ onze grenzen bij die uitdaging.'
'De meeuw ___ op mijn frietjes.'
A
Verlegden, aasde
B
Verlegden, aaste
C
Verlegde, aasde
D
Verlegten, aaste
Slide 8 - Quiz
Want:
Verlegg- is de stam. de letter G zit niet 't sexy fokschaap, dus schrijf je verleggen in de verleden tijd met -de(n).
De stam van azen is az-. De Z zit ook niet in 't sexy fokschaap, dus schrijf je azen in de verleden tijd met -de(n).
Slide 9 - Diapositive
Gebruik je bij sterke en zwakke werkwoorden 't sexy fokschaap?
A
Nee, bij allebei niet
B
Ja, bij allebei
C
Alleen bij sterke ww
D
Alleen bij zwakke ww
Slide 10 - Quiz
Bij sterke werkwoorden gaat dat zo
Lopen verandert in liepen in de v.t.
Dus je krijgt: ik/jij/hij/zij/het liep. Niet loopte (en al helemaal geen liepte).
En wij/jullie/zij liepen
Alleen bij zwakke werkwoorden gebruik je
't sexy fokschaap
.
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag
Ga naar taalverzorging werkwoordspelling in Nu Nederlands Lees de theorie van 2.1 en 2.2 en maak
2.1 tegenwoordige tijd opdracht 1 en 2
en 2.2 verledentijd opdracht 1 t/m 3
Slide 12 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
werkwoordspelling tt en vt
Octobre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling tt en vt
Septembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling tt en vt
Octobre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
MBO
Werkwoordspelling verleden tijd klas 1 kgt
Mars 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
werkwoordspelling, vt -de/den
Avril 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Werkwoordspelling VT
Mars 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling totaal
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Werkwoordspelling VT
Novembre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1