Les 2 Terugblik

Leerdoelen Terugblik
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen Terugblik

Slide 1 - Diapositive

Planning
9:15 - 9:30   Nakijken les 1
9:30 - 9:45  Terugblik quiz
9:45 - 10:00 filmpje
10:00-10:15  pauze
10:15 - 10:30  Uitleg 1
10:30-11:00  Opdrachten LessonUp maken
11:00 - 11:15 Uitleg 2 
11:15 - 11:45  Opdrachten LessonUp maken

Slide 2 - Diapositive

Eerst:
Aanzetten GPL tool (digitale leerdoelenkaart)
Ga naar: 
houtkamp.ldgo.nl

klik op de 2 poppetjes (rode pijl)
klik daarna op het plusje (groene pijl)
code: o0ex4


Slide 3 - Diapositive

Nu staat je leerdoelenkaart 'aan'. 
Weet je nog vorige les? Alle opdrachten die je hebt gemaakt?
Open les 1. En kijk je opdrachten na. 
Zet je leerdoelen op behaald. 
Wanneer heb je je leerdoel behaald? Dat wordt uitgelegd in slide 5 van  les 1.
 
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Nu Terugblik!
Deze vragen maak je alleen
Ze gaan over vorige les. Wat weet je nog?
Met de antwoorden die jij geeft kan ik zien of je je leerdoelen behaald heb. Dan zet ik ze op behaald!

Slide 5 - Diapositive

R1
Bloem
Blad
Wortel
Stengel

Slide 6 - Question de remorquage

R1
Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water opnemen
voedsel maken
Blad
water vervoeren

Slide 7 - Question de remorquage

 Welke functie hoort bij welk orgaan? 
R1
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 8 - Question de remorquage

R1
Door de stam gaat het water omhoog en de vodeingstoffen omlaag
Wortels halen water uit de grond
De plant ademt bij de blaadjes koolstofdioxide in en neemt zonlicht op.

Slide 9 - Question de remorquage

Planten hebben ook organen. 
Sleep de organen naar de juiste functie.
R1
Transport van stoffen.
Voedsel maken (fotosynthese).
Water en voedingsstoffen uit de grond opnemen.
Stengels
Wortels
Bladeren

Slide 10 - Question de remorquage

Combineer de woorden met de afbeeldingen.
Welke functies vervullen de wortels?
R1
Reservevoedsel opslaan
De plant stevig in de grond zetten
Water en mineralen opnemen

Slide 11 - Question de remorquage

R2
Eindknop
Zijknop
Ringlitteken
Bladlitteken

Slide 12 - Question de remorquage

1
2
3
4
R2
Eindknop
Okselknop
Knoop
Lid

Slide 13 - Question de remorquage

R2
wortelharen
hoofdwortel
zijwortel

Slide 14 - Question de remorquage

Noem de plaats(en) waar een plant reservestoffen in kan opslaan
R2

Slide 15 - Question ouverte

R3
Groei
Ontwikkeling

Slide 16 - Question de remorquage

R3
Even oefenen!
.
Een bruine boon is een zaad.
.
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
.
Het worteltje komt naar buiten.
.
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond
.
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
.
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen.
.
Er is een volwassen plant ontstaan.
.
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. UIt de bloemen ontstaan peulvruchten met zaden.
.
De zaden zijn de bonen in de peul.

Slide 17 - Question de remorquage

Je ziet een plantje met zaadlobben. In welk stadium van de levenscyclus is deze plant?
R3
A
Ontkieming
B
Kiemplant
C
Volwassen plant
D
Dat kun je niet weten

Slide 18 - Quiz

De goede volgorde van de levenscyclus van een plant is:
R3
A
Zaad-kiemplant-volwassen plant-bloem-vrucht-zaad
B
Kiemplant-zaad-volwassen plant-bloem vrucht-zaad
C
Zaad-bloem-vrucht-kiemplant-volwassen plant-zaad
D
Kiemplant-zaad-bloem-vrucht-volwassen plant-zaad

Slide 19 - Quiz

mannelijk
vrouwelijk
niet mannelijk of vrouwelijk
T3
R5
Bloemkelk
Bloemkroon
eicel
helmdraad
helmknop
kelkbladeren
kroonbladeren
meeldraad
stamper
stempel
stijl
stuifmeelkorrel
vruchtbeginsel
zaadbeginsel

Slide 20 - Question de remorquage

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
T3
R5
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad

Slide 21 - Question de remorquage

T3
R5
insectenbloemen
Windbloemen
Kroonblad is gekleurd
Kroonblad is klein en groen
De bloemen zijn geurig en hebben nectar
De bloemen hebben geen nectar
Meeldraden hangen uit de bloem
Meeldraden hangen in de bloem
Stempels zitten meestal in de bloem
Stempel hangt meestal buiten de bloem
Stempels zijn veervormig
Stuifmeelkorrels zijn groot en kleverig
Stuifmeelkorrels zijn glad en licht

Slide 22 - Question de remorquage

De stamper van een bloem is?
T3
R5
A
Het mannelijke voortplantingsorgaan
B
Het vrouwelijk voortplantingsorgaan

Slide 23 - Quiz

Sommige bloemen hebben geen meeldraden. Zijn deze bloemen mannelijk of vrouwelijk?
T3
R5
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk

Slide 24 - Quiz

Sleep naar de goede plaats
T3
R5
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 25 - Question de remorquage

Aantal vragen per leerdoel
Leerdoel
Aantal opdrachten
Aantal goed voor behaald
R1
6
4
R2
4
3
R3
4
3
R5
6
4
T3
6
4

Slide 26 - Diapositive