2 KGT BLOK 4 SPELLING les II apostrof / weglatingsstreepje / afbreekteken

SPELLING
Lesdoel : Aan het einde van de les kun je 
             - apostrof
                              - weglatingsteken
                       - afbreekteken
                                                          gebruiken
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

SPELLING
Lesdoel : Aan het einde van de les kun je 
             - apostrof
                              - weglatingsteken
                       - afbreekteken
                                                          gebruiken

Slide 1 - Diapositive

Blok 4 spelling
Open je boek op blz. 176-179
Je mag de informatie uit het boek gebruiken, maar zet de spellingcontrole even uit aub. 

Slide 2 - Diapositive

lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
de apostrof, het weglatingsstreepje en het afbreekteken gebruiken!  

Slide 3 - Diapositive

Er komt een filmje...
Je gaat dadelijk een filmpje bekijken over het gebruik van apostrof   ( ' )
Kijk ook in je boek op blz. 176  (gele vlak)
Het filmpje is maar kort, maar geeft veel informatie. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Apostrof   =  ' 
Gebruik je bij 
  • een afkorting met ER of een verkleinwoord erachter:                                       A4'tje, CDA'er
  • meervoud van afkortingen:                                                                                             tv's
  • meervoud van woorden die eindigen op Y:                                                            panty's

Slide 6 - Diapositive

Wat is goed gespeld ?
A
tv's
B
tv-s
C
tvs

Slide 7 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
lollies
B
lollys
C
lolly's
D
lollie's

Slide 8 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
A4-tje
B
A4'tje
C
A4tje

Slide 9 - Quiz

Apostrof = ' 
Gebruik je bij 
  • namen die eindigen op een lange klinker als je bezit wilt           aangeven:              Ada's boek    Eddy's jas
  • namen die eindigen op een s-klank, als je bezit wilt   aangeven:             Kees' pen       Jens' boek
  • Woorden en getallen waarvan je een deel weglaat:                      's morgens (des morgens), 't huis (het huis), in '87 (in 1987)

Slide 10 - Diapositive

Wat is goed gespeld ?
A
Lara's pen
B
Laras' pen
C
Lara-s pen

Slide 11 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
Lukas computer
B
Lukas' computer
C
Lukas's computer

Slide 12 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
s avonds
B
s'avonds
C
's avonds
D
savonds'

Slide 13 - Quiz

Spel het meervoud van
pizza

Slide 14 - Question ouverte

Spel het meervoud van
kilo

Slide 15 - Question ouverte

Spel het meervoud van
paraplu

Slide 16 - Question ouverte

verkort schrijven...
Bekijk op blz. 176 de laatste spellngsregel:
WOORDEN EN ... DEEL WEGLAAT

Dadelijk krijg je zelf een aantal woorden die je verkort moet schrijven.

Slide 17 - Diapositive

Schrijf korter, met een apostrof
zijn broer

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf korter, met een apostrof
zo een grapjas

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf korter, met een apostrof
het is laat

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de juiste bezitsvorm
de taart van oma

Slide 21 - Question ouverte

Noteer de juiste bezitsvorm
het schrift van Max

Slide 22 - Question ouverte

Noteer de juiste bezitsvorm
het boek van Eva

Slide 23 - Question ouverte

Er komt weer een filmpje ....
Het volgende filmpje gaat over het weglatingsstreepje.
Bekijk het met aandacht, in het boek vind je het schema op blz. 177  

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

weglatingsstreepje = - 
Soms kun je een deel van een woord weglaten, terwijl de betekenis gelijk blijft. Je moet dan wel een weglatingsstreepje neerzetten op de plaats waar je het woord weglaat.  
         

  •          kerstballen en kerstbomen             -> kerstballen en -bomen  
  •          geurloos en kleurloos                       -> geur- en kleurloos

  •          ingang en uitgang                 -> in- en uitgang 

Slide 26 - Diapositive

weglatingsstreepje = - 
Je mag GEEN weglatingsstreepje gebruiken als de woorden 
niet hetzelfde betekenen.

                    


vervoer en koeienvoer
NIET : ver- en koeienvoer

Slide 27 - Diapositive

weglatingsstreepje = - 
Je gebruikt geen   als je een heel woord weglaat :

                    


oude en nieuwe kleren
NIET : oude- en nieuwe kleren

Slide 28 - Diapositive

Wat is goed ?
A
wasmanden en -knijpers
B
was- en -knijpers
C
-manden en wasknijpers
D
wasmanden en was-

Slide 29 - Quiz

Wat is goed ?
A
binnenland en buiten-
B
binnenland en -buiten
C
binnen- en buitenland
D
-land en buitenland

Slide 30 - Quiz

Gebruik het weglatingsstreepje bij :
import en export

Slide 31 - Question ouverte

Gebruik het weglatingsstreepje bij :
voorspoed en tegenspoed

Slide 32 - Question ouverte

en nu het laatste filmpje van deze les...
Bekijk het volgende filmpje. Het gaat over het afbreekteken.
In het boek vind je de uitleg op blz. 178-179

Weer een kort filmpje en weer de vraag om het filmpje helemaal af te kijken. 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Afbreekteken = -
De meeste woorden bestaan uit 2 of meer lettergrepen. 
Als een woord niet helemaal op een regel past, mag je het tussen de lettergrepen afbreken. Op die plaats zet je dan een afbreekteken - 
              
 

                    
huisdeur  ->  huis - deur
bakfiets   ->  bak- fiets

Slide 35 - Diapositive

Afbreekteken = -
Lees gele kader blz 178 
met de regels voor het afbreekteken.
Maak daarna de volgende vragen. 

Slide 36 - Diapositive

Waar staat het afbreekteken op de juiste plek bij 'statafel'?

A
stata-fel
B
sta-tafel
C
stat-afel
D
stata-fel

Slide 37 - Quiz

Waar staat het afbreekteken op de juiste plek bij 'pianootje'?

A
pi-anootje
B
piano-tje
C
pianoo-tje
D
pia-nootje

Slide 38 - Quiz

Gebruik het afbreekteken bij :
fruitmand

Slide 39 - Question ouverte

Gebruik het afbreekteken bij :
anoniem

Slide 40 - Question ouverte

Maken
Op niveau online, KGT 2 spelling

Slide 41 - Diapositive