2 KGT BLOK 4 SPELLING apostrof / weglatingsstreepje / afbreekteken

Blok 4 spelling
2 KGT 
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Blok 4 spelling
2 KGT 

Slide 1 - Diapositive

SPELLING
Lesdoel : Aan het einde van de les kun je 
             - apostrof
                              - weglatingsteken
                       - afbreekteken
                                                          ... gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Lesopzet
Uitleg apostrof
Opdrachten
Uitleg weglatingsstreepje
Opdrachten
Uitleg afbreekteken
Opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Er komt een filmje...
Je gaat dadelijk een filmpje bekijken over het gebruik van apostrof   ( ' )
Het filmpje is maar kort, maar geeft veel informatie. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Apostrof   =  ' 
Gebruik je bij 
  • een afkorting met ER of een verkleinwoord erachter:                                       A4'tje, CDA'er
  • meervoud van afkortingen:                                                                                             tv's
  • meervoud van woorden die eindigen op Y:                                                            panty's

Slide 6 - Diapositive

Wat is goed gespeld ?
A
tv's
B
tv-s
C
tvs

Slide 7 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
lollies
B
lollys
C
lolly's
D
lollie's

Slide 8 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
A4-tje
B
A4'tje
C
A4tje

Slide 9 - Quiz

Apostrof = ' 
Gebruik je bij 
  • namen die eindigen op een lange klinker als je bezit wilt           aangeven:              Ada's boek    Eddy's jas
  • namen die eindigen op een s-klank, als je bezit wilt   aangeven:             Kees' pen       Jens' boek
  • Woorden en getallen waarvan je een deel weglaat:                      's morgens (des morgens), 't huis (het huis), in '87 (in 1987)

Slide 10 - Diapositive

Wat is goed gespeld ?
A
Lara's pen
B
Laras' pen
C
Lara-s pen

Slide 11 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
Lukas computer
B
Lukas' computer
C
Lukas's computer

Slide 12 - Quiz

Wat is goed gespeld ?
A
s avonds
B
s'avonds
C
's avonds
D
savonds'

Slide 13 - Quiz

Spel het meervoud van
pizza

Slide 14 - Question ouverte

Spel het meervoud van
kilo

Slide 15 - Question ouverte

Spel het meervoud van
paraplu

Slide 16 - Question ouverte

verkort schrijven...
De laatste spellngsregel:
Woorden en getallen waarvan je een deel weglaat

Dadelijk krijg je zelf een aantal woorden die je verkort moet schrijven.

Slide 17 - Diapositive

Schrijf korter, met een apostrof
zijn broer

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf korter, met een apostrof
zo een grapjas

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf korter, met een apostrof
het is laat

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de juiste bezitsvorm
de taart van oma

Slide 21 - Question ouverte

Noteer de juiste bezitsvorm
het schrift van Max

Slide 22 - Question ouverte

Noteer de juiste bezitsvorm
het boek van Eva

Slide 23 - Question ouverte

Maken 
Blok 4, spelling, opdr. 1, 2 en 3;
Klaar? Verder met blok 4, spelling, opdr. 4 t/m 7;
Hoe: je maakt en leert dit alleen of in stil overleg met je buur.
Tijd: 10 minuten.


Slide 24 - Diapositive

er komt weer een filmpje ....
Het volgende filmpje gaat over het weglatingsstreepje.
Bekijk het met aandacht.  

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

weglatingsstreepje = - 
Soms kun je een deel van een woord weglaten, terwijl de betekenis gelijk blijft. Je moet dan wel een weglatingsstreepje neerzetten op de plaats waar je het woord weglaat.  
         

  •          kerstballen en kerstbomen             -> kerstballen en -bomen  
  •          geurloos en kleurloos                       -> geur- en kleurloos

  •          ingang en uitgang                 -> in- en uitgang 

Slide 27 - Diapositive

weglatingsstreepje = - 
Je mag GEEN weglatingsstreepje gebruiken als de woorden 
niet hetzelfde betekenen.

                    


vervoer en koeienvoer
NIET : ver- en koeienvoer

Slide 28 - Diapositive

weglatingsstreepje = - 
Je gebruikt geen   als je een heel woord weglaat :

                    


oude en nieuwe kleren
NIET : oude- en nieuwe kleren

Slide 29 - Diapositive

Wat is goed ?
A
wasmanden en -knijpers
B
was- en -knijpers
C
-manden en wasknijpers
D
wasmanden en was-

Slide 30 - Quiz

Wat is goed ?
A
binnenland en buiten-
B
binnenland en -buiten
C
binnen- en buitenland
D
-land en buitenland

Slide 31 - Quiz

Gebruik het weglatingsstreepje bij :
import en export

Slide 32 - Question ouverte

Gebruik het weglatingsstreepje bij :
voorspoed en tegenspoed

Slide 33 - Question ouverte

Maken 
Blok 4, spelling, opdr. 4;
Klaar? Verder met blok 4, spelling, opdr. 5 t/m 7;
Hoe: je maakt en leert dit alleen of in stil overleg met je buur.
Tijd: 5 minuten.


Slide 34 - Diapositive

en nu het laatste filmpje van deze les...
Bekijk het volgende filmpje. Het gaat over het afbreekteken.

Weer een kort filmpje en weer de vraag om het filmpje helemaal af te kijken. 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Afbreekteken = -
De meeste woorden bestaan uit 2 of meer lettergrepen. 
Als een woord niet helemaal op een regel past, mag je het tussen de lettergrepen afbreken. Op die plaats zet je dan een afbreekteken - 
              
 

                    
huisdeur  ->  huis - deur
bakfiets   ->  bak- fiets

Slide 37 - Diapositive

Waar staat het afbreekteken op de juiste plek bij 'statafel'?

A
stata-fel
B
sta-tafel
C
stat-afel
D
stata-fel

Slide 38 - Quiz

Waar staat het afbreekteken op de juiste plek bij 'pianootje'?

A
pi-anootje
B
piano-tje
C
pianoo-tje
D
pia-nootje

Slide 39 - Quiz

Gebruik het afbreekteken bij :
fruitmand

Slide 40 - Question ouverte

Gebruik het afbreekteken bij :
anoniem

Slide 41 - Question ouverte

Opdrachten
Maken: blok 4, spelling, paragraaf 4.9 t/m 4.13 + dictee (met oortjes);
Afmaken: blok 3, spelling, paragraaf 3.6 t/m 3.9 + dictee (met oortjes).
Klaar? Verder zelftoetsen en bijspijkeren spelling blok 3 en 4. SO spelling blok 3 en 4: donderdag 18 januari
Hoe: je maakt en leert dit alleen of in stil overleg met je buur.


Slide 42 - Diapositive

Je bent bijna klaar. 
Geef nog even je mening over deze les.
Is de les duidelijk?
Heb je voldoende oefeningen gemaakt?
Waarover wil je nog uitleg? 

Slide 43 - Diapositive

Mijn mening over deze les...…

Slide 44 - Question ouverte

Dank je wel...



Tot de volgende les!

Slide 45 - Diapositive